Vragen van het lid Bouwmeester (PvdA) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over geweldpleging door Mohammed B. in de gevangenis (ingezonden 1 maart 2012).

Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 17 april 2012). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 1940

Vraag 1

Kent u het bericht «Mohammed B. slaat door»?1

Vraag 2

Bent u bekend met het in het artikel genoemde incident waarbij Mohammed B. een medegedetineerde te lijf ging?

Antwoord 1 en 2

Ja.

Vraag 3

Is het inmiddels al duidelijk of het Openbaar Ministerie (OM) Mohammed B. gaat vervolgen? Zo ja, wat gaat het OM doen? Zo nee, wanneer wordt dit naar verwachting wel duidelijk?

Antwoord 3

Het OM heeft besloten de strafzaak tegen de verdachte te seponeren nu ander dan strafrechtelijk ingrijpen prevaleert (sepotcode 20). Reden hiervoor is dat de verdachte inmiddels door de directie van de Penitentiaire Inrichting in Vught, alwaar verdachte verblijft, disciplinair is gestraft. Verder is in aanmerking genomen dat de verdachte een levenslange gevangenisstraf ondergaat en derhalve een nieuwe strafrechtelijke vervolging hier geen meerwaarde biedt.

Vraag 4

Zijn de feiten zoals die in het artikel worden genoemd waar? Zo nee, welke feiten zijn dan niet waar?

Antwoord 4

Het is juist dat op 27 mei 2011 een vechtpartij tussen twee gedetineerden heeft plaatsgevonden op de luchtplaats van de Extra Beveiligde Inrichting (EBI), waarbij een medegedetineerde tussenbeide is gekomen. Er is adequaat en effectief ingegrepen door het personeel.

Het is onjuist dat Mohammed B. bergschoenen droeg. Ook heeft hij geen boeken over vechtsport tot zijn beschikking.

Vraag 5 en 6

Kunt u aangeven of het gebruikelijk is dat bij een incident tussen gedetineerden een medegedetineerde tussenbeide komt en niet het gevangenispersoneel zelf? Onder welke omstandigheden grijpt het personeel niet in? Wanneer worden gedetineerden ingeschakeld?

Deelt u de mening dat gedetineerden beschermd moeten worden tegen elkaar en bij voorkeur juist niet ingezet moeten worden als ordehandhaver? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5 en 6

Indien zich een incident voordoet tussen gedetineerden, wordt ingegrepen door het personeel. De wijze waarop dit gebeurt, wordt per geval beoordeeld en is afhankelijk van de acuutheid van de noodzaak tot ingrijpen en de mogelijkheid het gebruikelijke beveiligingsniveau te handhaven. In de onderhavige situatie is door een samenloop van omstandigheden een medegedetineerde tussen de twee gedetineerden gekomen. Deze interventie heeft positief uitgepakt.

De Raad voor de Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) heeft overigens bij uitspraak van 21 februari 2012 (11/2979/GA) geoordeeld dat het personeel van de EBI voldoende adequaat en effectief heeft ingegrepen bij dit incident, met inbegrip van de inzet van een medegedetineerde.

Vraag 7

Heeft Mohammed B. in detentie bokslessen kunnen volgen?

Antwoord 7

Er zijn geen bokslessen of bokstrainingen aan Mohammed B. gegeven door de sportinstructeur. Wel hangt er een bokszak in de sportzaal van de Extra Beveiligde Inrichting waar Mohammed B. verblijft. De gedetineerden die verblijven in de Extra Beveiligde Inrichting kunnen tijdens het sporten van deze faciliteit gebruik maken.

Vraag 8

Acht u het verstandig dat criminelen die bewezen hebben geen respect voor mensenlevens te hebben, zich in de cel in vechtsporten mogen bekwamen? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8

Binnen de penitentiaire inrichtingen krijgen de gedetineerden geen instructies op het gebied van vechtsporten. Een bokszak is, in verband met agressieregulatie, veelal wel aanwezig in de sportzaal.


X Noot
1

Vrij Nederland, 29-2-2012.

Naar boven