Vragen van het lid Driessen (PVV) aan de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken over het per direct stoppen van alle ontwikkelingshulp voor Suriname (ingezonden 6 april 2012).

Antwoord van staatssecretaris Knapen (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 12 april 2012).

Vraag 1

Bent u bereid, nu het Surinaamse parlement de zogenoemde amnestiewet heeft aangenomen, per direct alle ontwikkelingshulp voor Suriname stop te zetten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 1

Zoals u bekend wordt de bilaterale ontwikkelingssamenwerking met Suriname afgebouwd. Suriname staat niet langer op de lijst met partnerlanden in de bilaterale OS. De bilaterale ontwikkelingssamenwerking met Suriname vindt zijn oorsprong in het Verdrag dat in 1975 bij de onafhankelijkheid met de Republiek Suriname werd gesloten. Nederland zegde per Verdrag 1,6 miljard euro toe voor de ontwikkeling van Suriname. Daarvan resteert ongeveer 20 miljoen euro. Deze middelen hebben een concrete bestemming. Vanwege het Verdrag is stopzetten van de hulp niet mogelijk. Opschorten is wel een optie, die ik momenteel in beraad heb.

Naast de Verdragsmiddelen zijn er o.m. budgetten voor milieu, cultuur en sport, alsmede de twinning waarvan een vervolg is voorzien. Ik zal kritisch kijken in hoeverre deze activiteiten betrekking hebben op samenwerking met de overheid dan wel met het maatschappelijke middenveld. Deze inventarisatie is gaande.

Vraag 2

Bent u bereid dinsdag 10 april aanstaande vóór 12.00 uur te antwoorden?

Antwoord 2

Ja.

Naar boven