Vragen van de leden De Roon (PVV), Voordewind (CU) en Van der Staaij (SGP) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de VN-Mensenrechtenraad (ingezonden 29 maart 2012).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 10 april 2012).

Vraag 1

Kent u het bericht «With Mideast aflame, UN creates Goldstone-like «fact-finding mission» against Jewish state»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u het dat dit VN-orgaan vijf resoluties – waaronder nota bene een door Syrië opgestelde resolutie – aanneemt om Israël te veroordelen terwijl er slechts één resolutie werd aangenomen die Syrië veroordeelt?

Antwoord 2

Ik acht het aantal Israël-resoluties en het karakter ervan disproportioneel. Er zijn gedurende de laatste reguliere zitting van de Mensenrechtenraad twee resoluties over Syrië aangenomen.

Vraag 3

Deelt u de mening dat dit het zoveelste bewijs binnen een week is dat de VN-Mensenrechtenraad Israël bij herhaling misbruikt als bliksemafleider ten koste van de aandacht voor de echte mensenrechtenschenders in de wereld?2

Antwoord 3

Sinds de oprichting van de Mensenrechtenraad in 2006 is het Israëlisch optreden in de bezette gebieden disproportioneel onderwerp van aandacht.

Vraag 4

Verwacht u dat dit tij gekeerd kan worden? Zo ja, op welke wijze en wat draagt Nederland daaraan bij? Zo neen, welke consequenties wilt u daaraan verbinden?

Antwoord 4

Nederland bepleit krachtig evenredigheid in resoluties over de mensenrechtensituatie in het Midden-Oosten.

Vraag 5

Bent u voorts bereid uw afkeuring te laten blijken over de eenzijdigheid van de door de VN aangenomen anti-Israël resoluties?3 Zo ja, op welke wijze? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 5

Nederland brengt deze zorg in EU-verband herhaaldelijk naar voren. Ook in breder VN-verband is dit meermaals naar voren gebracht.

Vraag 6

Wilt u deze vragen voor de gewenste duidelijkheid ieder afzonderlijk en in ieder geval voor het algemeen overleg Mensenrechtenbeleid op 11 april 2012 beantwoorden?

Antwoord 6

Ja.

Naar boven