Vragen van de leden Albayrak en Hamer (beiden PvdA) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken over de kritiek in het Europees parlement op Nederland (ingezonden 15 september 2011).

Antwoord van minister Kamp (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 5 oktober 2011).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Kritiek in Europees parlement op Nederland»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is het waar dat u voortzetting van het globaliseringsfonds tot 2013 blokkeert? Zo ja, waarom is dat?

Antwoord 2

Nee, Nederland blokkeert de voortzetting van het globaliseringsfonds tot 2013 niet, maar staat wel kritisch ten aanzien van het voortzetten van de versoepeling van de voorwaarden voor het maken van aanspraak op het fonds. Het betreft twee bepalingen uit 2009, welke eind 2011 aflopen. Ten eerste een verruiming van de reikwijdte van het EGF met de consequenties van de financiële en economische crisis als aanvraaggrond (naast globalisering) en ten tweede een verhoogde cofinanciering van 65% (aanvankelijk 50% in verordening 1927/2006). Op 6 september 2011 heeft de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken u inzake dit voorstel van de Europese Commissie een Fiche aangeboden (TK 2010–2011, 22 112, nr. 1208).

Vraag 3 en 4

Kunt u bevestigen dat veel Nederlandse werklozen profijt hebben (gehad) van de Europese steun door het globaliseringsfonds en dat Nederland het vaakst een beroep heeft gedaan op het fonds voor re-integratie van ontslagen werknemers?

Kunt u aangeven hoe vaak en voor welk bedrag Nederland in totaal een beroep heeft gedaan op het globaliseringsfonds? Hoeveel Nederlandse werklozen hebben in totaal hulp ontvangen uit het fonds?

Antwoord 3 en 4

Nederlandse bedrijven hebben via de minister van SZW 13 aanvragen ingediend. Het gaat om twee bedrijfsaanvragen en 11 aanvragen voor drie sectoren. De verschillende bedrijven en sectoren hebben in totaal € 21,1 miljoen uit het fonds aangevraagd en toegekend gekregen ten behoeve van 6 382 werknemers. Dit bedrag wordt door de bedrijven en sectoren zelf aangevuld tot € 32,5 miljoen.

Ten opzichte van andere lidstaten heeft Nederland het grootste aantal aanvragen ingediend, maar het bedrag per aanvraag is lager. Dit komt, omdat in geval van aanvragen voor sectoren, per regio (provincie) een separate aanvraag wordt ingediend. In Nederland gaat het om drie sectoren, maar die tellen voor 11 aanvragen. Wanneer gekeken wordt naar het financiële belang van de aanvragen staat Nederland zevende.

Lidstaat

Aanvragen

 

Lidstaat

Subsidiebedrag (€)

Nederland

13

 

Ierland

60 600 000

Spanje

11

 

Italië

49 700 000

Denemarken

6

 

Denemarken

41 900 000

Ierland

6

 

Frankrijk

39 000 000

Italië

6

 

Duitsland

37 200 000

Duitsland

5

 

Spanje

35 200 000

Litouwen

5

 

Nederland

21 100 000

Portugal

5

 

Oostenrijk

18 800 000

Oostenrijk

4

 

België

18 800 000

België

3

 

Zweden

9 800 000

Frankrijk

3

 

Portugal

8 500 000

Polen

3

 

Griekenland

2 900 000

Bulgarije

1

 

Litouwen

2 900 000

Tsj. Republiek

1

 

Slovenië

2 200 000

Finland

1

 

Finland

2 000 000

Griekenland

1

 

Polen

1 200 000

Malta

1

 

Bulgarije

1 100 000

Slovenië

1

 

Malta

700 000

Zweden

1

 

Tsj. Republiek

300 000

Totaal

77

 

Totaal

353 900 000

Bron: site Europese Commissie (http://ec.europa.eu/social/main.jsp?catId=326&langId=en)

Vraag 5 en 6

Deelt u de mening dat dit fonds, dat hulp kan bieden aan werknemers die hun baan verliezen door de economische crisis of door belangrijke veranderingen in de wereldwijde handel, zijn bestaansrecht heeft bewezen?

Deelt u de mening dat dit een voorbeeld is van hoe de Europese Unie bijdraagt aan de verhoging van het welzijn in Nederland en in Europa?

Antwoord 5 en 6

Het EGF kan hulp bieden aan werknemers die hun baan verliezen als gevolg van de globalisering en tijdelijk sinds 2009 als gevolg van de financieel-economische crisis. Nederland is vanaf het begin kritisch geweest over het EGF als middel om effecten van globalisering tegen te gaan. Lidstaten moeten prikkels behouden om economisch beleid te voeren om op globalisering te anticiperen. Ondersteuning van werknemers die hun baan (dreigen te) verliezen is primair een nationale zaak. Nederland heeft in 2009 uiteindelijk ingestemd met de verruiming van het EGF naar de financieel-economische crisis, onder voorwaarde dat dit tijdelijk zou zijn. Verlenging van deze verruiming is geen oplossing om de effecten van de financieel-economische crisis te bestrijden; het fonds is hiervoor te klein en weegt niet op tegen nationale instrumenten. De economische crisis als aanvraaggrond helpt ook landen met een structurele werkloosheid niet verder.

Ook al heeft het fonds hulp geboden om ontslagen werknemers naar een nieuwe baan te begeleiden, ben ik er niet van overtuigd dat het instrument zijn bestaansrecht heeft bewezen; het is nog te vroeg om gedegen uitspraken te kunnen doen over de resultaten. Ik pleit dan ook voor een spoedige en gedegen externe evaluatie over het gebruik en de effecten van het EGF als instrument om de effecten van globalisering en de crisis tegen te gaan.

Vraag 7

Deelt u de mening dat voor een land als Nederland dit fonds juist heel belangrijk is geweest? Is het voortbestaan van het fonds niet uitermate belangrijk voor Nederland, mede gezien de bezuinigingen die de regering wenst door te voeren?

Antwoord 7

Nee, Nederland is vanaf het begin kritisch geweest over de instelling van dit fonds, met name op grond van subsidiariteitsoverwegingen: ondersteuning van werknemers die hun baan (dreigen te) verliezen is primair een taak van nationale overheden. Al heeft het fonds ondersteuning geboden, de nationale maatregelen naar aanleiding van de crisis eind 2008 waren veel sneller en belangrijker.

Vraag 8

Hoe denkt u zelf geld vrij te maken op de begroting om deze werkloze mensen te helpen met de bezuinigingsopdracht die de regering zichzelf ten doel heeft gesteld?

Antwoord 8

Als iemand werkloos is of dreigt te worden, is hij of zij in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor het vinden van een nieuwe baan, zo nodig met ondersteuning van gemeente of UWV. Er is een groot aantal instrumenten waarmee werkgevers en werknemers worden geholpen om zo snel mogelijk werk of werkhervatting te bewerkstelligen. Deze dienstverlening en extra ondersteuning voor de mensen die dat nodig hebben blijven van toepassing.


X Noot
1

Nu.nl woensdag 14 september 2011, http://www.nu.nl/politiek/2615359/kritiek-in-europees-parlement-nederland.html

Naar boven