Vragen van het lid Recourt (PvdA) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over teruglopen van het aantal rechters (ingezonden 8 september 2011).

Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 5 oktober 2011). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 163.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat het aantal rechters in opleiding fors is gedaald?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt de berichtgeving dat door bezuinigingen het aantal opleidingsplaatsen moet dalen? Zo ja, met hoeveel? Zo nee, wat klopt er dan niet?

Antwoord 2

In het Regeerakkoord is een bezuiniging op de Raio-opleiding opgenomen van 10 miljoen euro vanaf 2016. De rechterlijke organisatie vult dat in door Raio’s te werven met minimaal 2 jaar juridische werkervaring na hun afstuderen. De buitenstage kan dan vervallen. Daardoor wordt de Raio-opleiding verkort van 6 naar 4 jaar. Daarnaast is het aantal opleidingsplaatsen teruggebracht van 60 per jaar naar 25. Aansluitend op het voornemen de Raio-opleiding af te bouwen, wordt gewerkt aan de modernisering van de initiële opleiding.

Vraag 3 en 4

Welke gevolgen heeft de daling van het aantal opleidingsplaatsen voor het aantal rechters, mede in het licht van de uitstroom op grond van leeftijd? Hoeveel rechters zullen de komende jaren pensioneren en hoe verhoudt dit zich tot het aantal opleidingsplaatsen? Kunt u het antwoord toelichten?

Betekent dat vervolgens dat de afhandeling van rechtszaken vertraging op zal lopen? Zo ja, welke concrete gevolgen heeft dat voor de doorlooptijden? Wat gaat u doen om te voorkomen dat de doorlooptijden langer worden?

Antwoord 3 en 4

Door de verwachte vermindering van de instroom van zaken als gevolg van de invoering van kostendekkende griffierechten zal – ondanks de verwachte uitstroom van rechters die in de komende jaren met pensioen zullen gaan2 – naar verwachting geen sprake zijn van ondercapaciteit bij de rechtspraak, en dus ook niet van langere doorlooptijden.

Het betreffen verwachtingen en schattingen, die onvermijdelijk met een bepaalde mate van onzekerheid zijn omgeven.Voor de hoger beroepszaken is die onzekerheidsmarge het grootst. Mochten er aanwijzingen zijn dat de verwachtingen niet uitkomen dan kan hierop met het gemoderniseerde opleidingssysteem snel en flexibel worden geanticipeerd.

Vraag 5 en 6

Wat is uw mening over de terughoudende houding van de gerechten om nieuwe rechters aan te nemen in afwachting van de aangekondigde verhoging van de griffierechten?

Deelt u de mening dat zowel de bezuiniging bij de opleidingen als de griffierechten niet het belang van de rechtzoekende dient? Zo nee, waarom zal dit niet het belang van de rechtzoekende schaden?

Antwoord 5 en 6

De rechtspraak zet de komende jaren in op het ontwikkelen van een strategische personeelsplanning en werving, selectie en opleiding, rekening houdend met de vervangings- en uitbreidingsvraag, maar ook met het gewenste profiel en deskundigheid van de rechter en overige medewerkers. Daarin worden de gevolgen van relevante ontwikkelingen (kostendekkende griffierechten, vergrijzing) zo goed mogelijk meegenomen.


X Noot
1

FD, dinsdag 6 september 2011.

X Noot
2

Uit het Jaarverslag rechtspraak 2010 blijkt dat er op 31 december 2010 83 rechters in de leeftijd van 65–70 waren en 442 rechters in de leeftijd van 60 tot 64 jaar.

Naar boven