Vragen van het lid Ulenbelt (SP) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
over het verschuiven van de ingangsdatum van de AOW (ingezonden 12 maart 2012).
Antwoord van minister Kamp (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 3 april 2012).
Vraag 1
Is het waar dat alle pensioenfondsen, net zoals het Pensioenfonds van de Metaalelektro,
het Pensioenfonds Zorg en Welzijn en het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds op hun
website meedelen, de einddatum van het pre-pensioen niet te zullen aanpassen aan de
verschoven ingangsdatum van de uitkering op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW)?1
Antwoord 1
Nee. Het wijzigen van de ingangsdatum AOW is voor tweederde deel van de mensen met
een lopende VUT- en prepensioenregeling geen probleem. Voor hen loopt het prepensioen
door tot het moment waarop de AOW-uitkering begint, ook in de nieuwe situatie.
Voor het derde deel voor wie het wel een probleem kan zijn is, in de praktijk sprake
van een divers beeld bij pensioenuitvoerders en VUT-fondsen. Er zijn pensioenuitvoerders
die geen maatregelen treffen of overwegen, maar ook uitvoerders die dit wel doen.
Zo zijn er initiatieven om een uitkering uit vervroegd ouderdomspensioen te laten
doorlopen tot de 65e verjaardag. Soms is er door de pensioenuitvoerder voor gekozen
om dit automatisch te doen voor nog ingaande vervroegde ouderdomspensioenen. De kosten
hiervan komen straks geleidelijk ten laste van het ouderdomspensioen van de betrokkene
of worden gefinancierd door een hogere premie. Daarnaast zijn er ook fondsen die de
gevolgen van het verschuiven van de ingangsdatum AOW voor de deelnemer beperken doordat
er een aparte VUT-stichting is met voldoende reserves, waardoor de kosten hiervan
niet ten laste komen van de deelnemer.
Tevens zijn er initiatieven om een deel van het ouderdomspensioen te ruilen tegen
vroegpensioen en het vroegpensioen daarmee te laten doorlopen tot de 65e verjaardag.
Dit geeft er in mijn ogen blijk van dat er initiatieven worden genomen om de financiële
consequenties voor deelnemers te beperken.
Een overzicht van welke vroegpensioenregelingen aangepast zijn en welke niet is niet
beschikbaar.
Vraag 2
Wat hebben uw gesprekken met pensioenfondsen en verzekeraars over het verschuiven
van de AOW-datum van de eerste van de maand naar de 65e verjaardag in die maand opgeleverd?
Antwoord 2
De eerste gesprekken met pensioenfondsen dateren van begin 2011. Pensioenfondsen waren
dus ruim op tijd op de hoogte van de wijziging en hadden hier op kunnen anticiperen.
Daarnaast heb ik na het aannemen van het wetsvoorstel door de Eerste Kamer een bericht
gestuurd aan de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars. Met hen is afgesproken
dat zij dit zullen verspreiden onder hun leden. Pensioenfondsen en verzekeraars kunnen
dit dan weer gebruiken in hun communicatie met deelnemers en verzekerden. Uiteindelijk
is het al dan niet aanpassen van vroeg- en prepensioenregelingen een zaak van sociale
partners.
Vraag 3 en 4
Welke pensioenfondsen en welke verzekeraars hebben besloten prepensioen te laten doorlopen
tot de dag dat iemand 65 jaar wordt?
Welke verzekeraars hebben besloten het prepensioen niet te laten doorlopen?
Antwoord 3 en 4
Een overzicht van welke vroegpensioenregelingen aangepast zijn en welke niet is niet
beschikbaar.
Vraag 5
Bent u van mening dat het door pensioenfondsen ongewijzigd laten van de einddatum
voor prepensioen en verzekeraars mensen in de financiële problemen kan brengen?
Antwoord 5
Door deze wetswijziging wordt vanaf 1 april 2012 het recht op AOW-ouderdomspensioen
met gemiddeld een halve maand uitgesteld. Dit betekent dat mensen gemiddeld eenmalig
€ 415 bruto minder AOW uitgekeerd krijgen.
Dit inkomensgat voor mensen met een VUT- of prepensioenuitkering weegt niet voor iedereen
even zwaar. Het gaat hier immers ook om mensen met een aanvullend pensioen. De ingangsdatum
van het aanvullend pensioen blijft aansluiten op het vroegpensioen, ook als de AOW
later ingaat en de vroegpensioenregeling niet wordt aangepast. Gezien de in Nederland
relatief omvangrijke tweede pijler in vergelijking met de eerste pijler, is het effect
voor de deelnemer dan gering. Uiteindelijk is het aan de sociale partners om een afweging
te maken of en hoe het missen van gemiddeld twee weken AOW gerepareerd moet worden.
Vraag 6
Welke stappen bent u voornemens te nemen om ervoor te zorgen dat er geen inkomensgat
ontstaat?
Antwoord 6
De eerste gesprekken met pensioenfondsen dateren van begin 2011. Pensioenfondsen waren
dus ruim op tijd op de hoogte van de wijziging en hadden hier op kunnen anticiperen.
Uiteindelijk is al dan niet aanpassen van vroeg- en prepensioenregelingen een zaak
van sociale partners.
X Noot
1
http://www.metalektropensioen.nl/pls/portal/docs/PAGE/PME/SHARED_CONTENT/DOWNLOADS/BROCHURES/PME802_WNVOOR1950_DEF%20JAN2012.PDF