Vragen van het lid Çelik (PvdA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het tekort aan stageplaatsen in het mbo (ingezonden 9 maart 2012).

Antwoord van minister Bijsterveldt-Vliegenthart (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 2 april 2012).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving over het tekort aan stageplaatsen in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo)?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u het signaal van onder andere de stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) dat er een groot tekort aan stageplaatsen voor mbo’ers bestaat en dat dit nog verder gaat toenemen?

Antwoord 2

Op dit moment is er volgens de SBB nog geen sprake van een groot tekort aan stageplaatsen en leerbanen.

In de Basiscijfers Jeugd van februari 2012 heeft de SBB bericht dat het aantal vacatures voor mbo-gediplomeerden is afgenomen in vergelijking met de vier maanden daarvoor. Vervolgens heeft de SBB slechtsaangegeven dat door deze vacatureafname het aanbod aan stageplaatsen en leerbanen onder druk zal komen te staan. Of en de mate waarin als gevolg hiervan tekorten aan stageplaatsen en leerbanen zullen ontstaan, zal naar inschatting van de SBB verschillen per sector en per regio.

Wel geven de (af)bouw-, transport-, hout- en meubelsector volgens de SBB al aan dat zij nog niet hersteld zijn van de economische recessie. Als gevolg van de economische krimp zouden bedrijven in deze sectoren doorgaans minder nieuwe medewerkers nodig hebben en vooral inzetten op het in dienst houden van eigen personeel. Daarnaast hebben de overheidsgerelateerde sectoren (met name kinderopvang, kunst- en cultuursector) volgens de SBB laten weten dat de kabinetsbezuinigingen gevolgen zullen hebben voor het aantal stageplaatsen en leerbanen dat ze kunnen realiseren.

Vraag 3

Beschikt u over accurate en recentere cijfers betreffende de huidige en voorziene tekorten aan stageplaatsen, ook specifiek per sector? Zo ja, kunt u deze beschikbaar stellen?

Antwoord 3

Ja.

Als bijlage bij deze brief treft u de SBB Barometer van maart 2012 aan, met daarin een actueel overzicht van vraag naar en aanbod aan stageplaatsen en leerbanen per branche en per regio2.3

Op basis van deze meting concludeert de SBB dat met name voor de opleidingsrichtingen welzijn, (af)bouw, kinderopvang, mode, transport en logistiek tekorten aan stageplaatsen en leerbanen dreigen.

Vraag 4

Dreigt door het tekort aan stageplaatsen een conjunctureel probleem te resulteren in een structureel arbeidsmarktprobleem?

Antwoord 4

Zoals ik reeds aangaf in mijn antwoord op vraag 2 is op dit moment nog geen sprake van een groot tekort aan stageplaatsen en/of leerbanen. Ik voorzie thans dan ook geen structureel arbeidsmarktprobleem als gevolg van de ontwikkelingen op dit terrein. Wel acht ik het van belang dat de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven – in samenwerking met mbo-instellingen en branches – het bedrijfsleven blijven stimuleren om voldoende stageplaatsen en leerbanen beschikbaar te (blijven) stellen. Temeer omdat weliswaar de meest recente SBB Barometer laat zien dat het landelijke aanbod aan leerbedrijven met ca. 223 000 nog goed op peil is, maar tegelijkertijd uitwijst dat het aantal leerbedrijven dat vervolgens actief(dat wil zeggen doorlopend) jongeren opleidt afneemt.

Bij hun wervingsactiviteiten kunnen de kenniscentra gebruik maken van het door Colo geïnitieerde onderzoek «Motieven en meerwaarde van opleiden onder leerbedrijven» van 14 november 2011, met daarin actuele informatie over de voordelen die werkgevers zien in het opleiden van stagiaires.

Ten slotte is voor het op peil houden van het aanbod van leerbedrijven in de conjunctuurgevoelige sectoren van belang dat sociale partners, zoals ten tijde van het Actieplan Jeugdwerkloosheid, bereid blijven om te investeren in anticyclische, sectorale opleidingsplannen om de aanwas aan jonge vakmensen zoveel mogelijk op peil te houden.

Vraag 5

Welke inzet pleegt u op dit moment om samen met werkgevers- en werknemersorganisaties, bedrijfsleven en onderwijs tot een verhoging van het aantal landelijk beschikbare stageplaatsen voor mbo’ers te komen?

Antwoord 5

Naast hetgeen ik reeds heb aangegeven in mijn antwoord op vraag 4 acht ik het van wezenlijk belang dat we de opbrengsten van het Actieplan Jeugdwerkloosheid blijven benutten. Het voormalige Actieplan Jeugdwerkloosheid heeft de regionale infrastructuur rondom de keten zorg-onderwijs-arbeidsmarkt versterkt waardoor het regionaal organiserend vermogen is versterkt. Bovendien zijn er tal van instrumenten opgeleverd waarmee door de kenniscentra in samenwerking met regionale partijen dreigende tekorten aan leerbanen en stageplaatsen effectief kunnen worden bestreden. Zo zijn er de Basiscijfers Jeugd die elk tertaal per arbeidsmarktregio verschijnen en op basis waarvan de regionale partijen tijdig kunnen anticiperen op knelpunten rondom stages en leerbanen.

Vraag 6

Hoe beoordeelt u de opmerking in bovengenoemd artikel dat in een specifieke sector na een jaar slechts 60% van de leerlingen resteerde en een groot deel dus uitviel vanwege het feit dat het geen vervangend leerbedrijf kon vinden na een faillissement van het eerste leerbedrijf?

Antwoord 6

Volgens het kenniscentrum Savantis is de hier bedoelde weergave in het Financieel Dagblad van 7 maart jl. niet volledig. Het gaat hier om een ontwikkeling die slechts een klein segment van de werkgebieden van Savantis betreft, namelijk de bbl-opleidingen op niveau 2 in de afbouwsector.

Daarnaast zou de weergave op onderdelen onjuist zijn. Niet 60 procent, maar 73% van de studenten zou de betrokken opleidingen volgens Savantis nog steeds volgen. Anders dan het krantenartikel doet vermoeden, heeft niet 40% maar slechts 6% van de betrokken studenten zijn of haar leerbedrijf moeten verlaten vanwege de economische recessie. Bovendien heeft, volgens Savantis, daarvan ongeveer de helft de opleiding als bol-opleiding vervolgd dan wel is een andere, aanverwante bol-opleiding gaan volgen.

Verder bericht Savantis dat de afbouwsector tezamen met de desbetreffende mbo-instellingen alles eraan doet om jongeren hun stageplaats of leerbaan te doen behouden dan wel om alternatieven te creëren om de werk- en leermogelijkheden voor jongeren in de afbouw te behouden. Zo hebben de sociale partners in de afbouwsector in 2010 en 2011 aanzienlijke bedragen ingezet (ca. 1,7 miljoen euro) ten behoeve van crisismaatregelen waarmee de leerwerkplaatsen voor jongeren zoveel mogelijk konden worden behouden.

Vraag 7

Deelt u de mening dat er, gelet op de signalen over forse tekorten, extra inzet nodig is om te voorkomen dat jongeren onnodig hun opleiding moeten staken of belangrijke praktijkervaring ontberen na hun opleiding? Zo ja, welke maatregelen overweegt u om deze extra inzet te concretiseren?

Antwoord 7

Vooralsnog acht ik extra inzet niet nodig. Zoals ik reeds heb aangegeven in mijn antwoord op vraag 2 doen zich op dit moment nog geen substantiële tekorten voor.

Bovendien volstaat, volgens de SBB, op dit moment het bestaande instrumentarium van de kenniscentra om het landelijke aanbod van stageplaatsen en leerbanen op peil te houden. Substantiële knelpunten worden veelal opgelost door een werving van extra stageplaatsen en leerbanen in de desbetreffende regio of het beter benutten van het beschikbare potentieel aan stageplaatsen en leerbanen (zoals een slimmere inroostering van de stageperiode door de mbo-instelling). Wel heb ik de SBB gevraagd de vinger aan de pols te houden en mij te informeren op het moment dat het bestaande instrumentarium niet meer toereikend is om het aanbod op peil te houden.

Vraag 8

Kunt u deze vragen beantwoorden voor het algemeen overleg over mbo dat begin april is gepland?

Antwoord 8

Ja.


X Noot
1

Het Financieele Dagblad, 7 maart 2012.

X Noot
2

Vanaf 1 januari 2012 – het moment dat de vereniging van de zeventien kenniscentra (Colo) is opgegaan in de Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) – is de naam van de Colo Barometer gewijzigd in de SBB Barometer.

X Noot
3

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven