Vragen van lid Kooiman (SP) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de sluiting van politiebureaus in Amsterdam (ingezonden 9 maart 2012).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 29 maart 2012).

Vraag 1

Klopt het bericht dat bij de invoering van de nationale politie 15 van de 32 Amsterdamse wijkbureaus worden gesloten?1

Antwoord 1

Nee.

Vraag 2, 3, 4 en 5

Om welke wijkbureaus gaat het?

Wat is de reden waarom deze wijkbureaus moeten sluiten?

Wat betekent deze sluiting voor de bereikbaarheid van de politie?

Deelt u de vrees van de voorzitter van de Amsterdamse Politie Vakorganisatie dat de veiligheid van burgers en agenten achteruit gaat door deze sluitingen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 2, 3, 4 en 5

Uitspraken over het mogelijk sluiten van wijkbureaus zijn prematuur. De politie kan pas een strategische visie op de huisvesting van de nationale politie ontwikkelen nadat het inrichtingsplan en het realisatieplan door mij zijn vastgesteld. Momenteel wordt er door de kwartiermaker nationale politie, in afstemming met het gezag, aan deze plannen gewerkt. Ik zal deze plannen niet eerder vaststellen dan nadat de Eerste Kamer heeft ingestemd met het wetsvoorstel politie.

In algemene zin merk ik op dat het mogelijk is dat de basisteams binnen de Nationale Politie op meerdere plekken gehuisvest worden. Een afname van wijkteams/basisteams ten opzichte van het huidige aantal in de korpsen betekent niet dat de vestigingslocaties met hetzelfde aantal zullen afnemen.

Voor mij is één van de uitgangspunten bij de vorming van de nationale politie dat de politie goed geworteld moet zijn in de plaatselijke gemeenschap en in staat moet zijn de lokale prioriteiten uit te voeren (conform de motie Van Raak – Hennis-Plasschaert, TK 30 880, nr. 37). Ik hecht er aan daarbij te benadrukken dat het niveau van dienstverlening van de politie aan de burger (waaronder de mate van bereikbaarheid) onderwerp van gesprek vormt met het gezag, en niet alleen wordt bepaald door het aantal bureaus, maar ook samenhangt met bijvoorbeeld de beschikbaarbeid van medewerkers op straat. Tevens wordt gewerkt aan tal van nieuwe (digitale) initiatieven die de politie dichter bij de burger brengen (zie ook het antwoord op vraag 8)1

Vraag 6, 7, 8, 9, 10 en 11

Welke veranderingen gaan er door de komst van de nationale politie nog meer plaatsvinden in Amsterdam?

Wat betekenen deze veranderingen voor de operationele sterkte van de politie?

Is het waar dat 28% van de werknemers in de ondersteunende taken gesaneerd gaat worden?

Deelt u de vrees dat een dergelijke bezuiniging op ondersteunend personeel gevolgen heeft voor de inzetbaarheid van agenten in de operationele sterkte ofwel het blauw op straat?

Hoe verhouden al deze veranderingen zich tot uw belofte dat de invoering van de nationale politie niet ten koste zou gaan van de politiesterkte op straat?

Zijn meer kwartiermakers bezig met plannen om politiebureaus te sluiten? Zo ja, waar en met welke reden?

Antwoord vraag 6, 7, 8, 9, 10 en 11

Op dit moment wordt door de kwartiermaker nationale politie in nauwe afstemming met het lokaal bestuur en het openbaar ministerie het inrichtingsplan en het realisatieplan voorbereid. Ook hier geldt dat uitspraken over de gevolgen van de nieuwe organisatie prematuur zijn, helemaal als deze alleen gericht zijn op de toekomstige situatie in Amsterdam. Over de inrichting en de sterkteverdeling praat ik vanzelfsprekend met de bevoegde gezagen, waaronder de burgemeester van Amsterdam. In algemene zin geldt dat het huidige kabinet van mening is dat de politie efficiënter, effectiever en flexibeler kan opereren als zij daadwerkelijk wordt omgesmeed tot één organisatorische eenheid, waarin het beheer is gecentraliseerd. Centralisatie van het beheer betekent een efficiënter en effectiever beheer. Eenheid van beheer moet ook leiden tot «slimmer» beheer, waardoor de administratieve lasten voor de politiemedewerker zullen afnemen en deze meer tijd krijgt voor feitelijk operationele taken. En daarmee: meer veiligheid. Op basis van de vastgestelde sterktedefinitie blijft de operationele sterkte van de Nationale Politie 49 500 fte. Door herschikking van taken tussen het landelijke en het regionale domein vindt re-allocatie van sterkte plaats. Dit is noodzakelijk omdat zaken anders georganiseerd worden. De capaciteit blijft echter beschikbaar en blijft werken aan de veiligheid in de steden en buurten van de regionale eenheden.

Vraag 12

Bent u bereid deze voorgenomen sluitingen van politiebureaus tegen te houden, omdat dit afbreuk doet aan zowel het uitgangspunt in de nieuwe politiewet als de wens van de Tweede Kamer dat de politie lokaal verankerd moet zijn en blijven? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 12

Zie antwoord vraag 2 tot en met 5.

Vraag 13

Wilt u deze vragen beantwoorden vóór het algemeen overleg over politieonderwerpen op 29 maart 2012?

Antwoord 13

Ja.


X Noot
1

Parool, 7 maart 2012: «Helft politiebureaus verdwijnt».

Naar boven