Vragen van lid Kooiman (SP) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de inzet van BOA’s (ingezonden 16 februari 2012).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 29 maart 2012)Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 1746.

Vraag 1 en 2

Is het waar dat u bijzondere opsporingsambtenaren (BOA’s) meer politietaken uit wilt laten voeren?1

Welke taken moeten zij precies gaan uitvoeren?

Antwoord 1 en 2

Gemeenten hebben een eigenstandige taak naast de politie waar het gaat om optreden tegen overlast en verloedering. Daarvoor kunnen zij boa’s inzetten. Boa's zijn geen vervanging of concurrent van de politie, maar een exponent van de verantwoordelijkheid van het lokaal bestuur om zaken op het terrein van leefbaarheid, verloedering en overlast in de openbare ruimte aan te pakken. Tot die openbare ruimte horen ook winkelgebieden.

In deze winkelgebieden zijn veelal al boa’s aanwezig, die bevoegdheden hebben om op te treden tegen allerlei vormen van overlast en verloedering in het winkelgebied. Deze «winkelboa’s» krijgen de bevoegdheid om bepaalde handelingen te verrichten ten aanzien van winkeldiefstal. De boa’s worden alleen ingezet bij een winkeldiefstal waar geen geweld bij is gebruikt. Mocht er gedurende het proces alsnog geweld voorkomen, wordt de politie ingeschakeld. De boa kan onder meer worden ingezet bij het opnemen van de aangifte, het opmaken van een proces verbaal van bevindingen en het vervoeren van de winkeldief naar het politiebureau. De hulpofficier van justitie beslist of de aanhouding rechtmatig is en vaardigt de strafbeschikking uit.

Vraag 3 en 4

Waarom kiest u ervoor om BOA’s meer politietaken uit te laten voeren? Welke problemen bij de politieorganisatie worden hiermee opgelost?

Speelt een tekort aan agenten een rol in uw besluit? Zo ja, waarom kiest u er dan niet voor om het aantal agenten te verhogen?

Antwoord 3 en 4

Politiecapaciteit is per definitie schaars. Er moet dus intelligent en efficiënt worden omgesprongen met alle beschikbare capaciteit van de politie en van andere handhavingsdiensten. Juist omdat in winkelgebieden soms intensief toezicht plaatsvindt door boa’s, is het effectief om de inzet van boa’s bij een veelvoorkomend delict als winkeldiefstal te beproeven. De boa die optreedt in winkelgebieden en aldaar overlastfeiten en andere «kleine ergernissen» in de buitenruimte (APV-feiten) aanpakt, heeft bevoegdheden in het kader van domein 1 van de buitengewone opsporingsambtenaar. Dit (bestaande) bevoegdhedenpakket wordt uitgebreid met de mogelijkheid om in de betreffende winkelgebieden ook op te treden bij eenvoudige winkeldiefstal zonder geweld. Bepaalde handelingen kunnen daarbij dan van de politie worden overgenomen. Daarmee wordt de veiligheid in het winkelgebied verder verhoogd omdat een grotere handhavingsdichtheid ontstaat. Het is aan de driehoek om deze totale handhavingscapaciteit op een effectieve manier in te zetten.

Vraag 5

Aan welke eisen moeten BOA’s voldoen die politietaken uit gaan voeren? Krijgen zij hiervoor extra opleiding en/of training?

Antwoord 5

Alle boa’s moeten een specifiek boa-examen doen. Deze exameneisen worden dit jaar aangevuld met vaardigheden op het terrein van conflictbeheersing en gesprekstechnieken. Daarnaast wordt in 2012 een traject voor permanente educatie met aanvullende bekwaamheidseisen ingevoerd voor boa’s werkzaam in het domein Openbare Ruimte. De boa’s die gaan deelnemen aan de proef met de boa in winkelgebieden moeten een aanvullende module doorlopen gericht op de aanpak van winkeldiefstal.

Vraag 6

Deelt u de vrees dat uw plan ten koste gaat van de kwaliteit van het politiewerk, aangezien politieagenten veel beter opgeleid zijn voor dergelijke taken dan BOA’s? Zo ja, waarom kiest u dan toch voor de inzet van BOA’s? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Ik deel deze vrees niet. De inzet van boa’s in winkelgebieden dient als aanvulling op de inzet van de politie en komt niet in de plaats van de politie. De winkelboa’s krijgen ook een aanvullende module gericht op winkeldiefstal, naast hun algemene boa opleiding. De overige eisen ten aanzien van bekwaamheid, uitoefening van bevoegdheden en wetskennis, zoals vastgelegd in de Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaar, gelden onverkort.

Vraag 7

Wat is uw reactie op de kritiek van de politiebonden dat uw plan leidt tot versnippering van de veiligheidsstructuur en meer bureaucratie?

Antwoord 7

Ik ben van mening dat door de inzet van boa’s bij winkeldiefstallen de totaal beschikbare handhavingscapaciteit (politie en boa’s) op een effectieve en efficiënte wijze wordt ingezet.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Marcouch (PvdA), ingezonden 15 februari 2012 (vraagnummer 2012Z02876, zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 2013)

Naar boven