Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de staatssecretaris van Financiën over de vrijwilligersvergoeding (ingezonden 2 maart 2012).

Mededeling van staatssecretaris Weekers (Financiën) (ontvangen 26 maart 2012).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de uitspraak van de rechtbank in Arnhem1, waarin de rechter heeft bepaald dat een aan een ANBI2 teruggeschonken vrijwilligersvergoeding aftrekbaar is, en dat het niet van belang is of de ANBI over voldoende liquide middelen beschikte om de vrijwilligersvergoeding uit te betalen?

Vraag 2

Deelt u de mening dat alle bezwaren tegen aanslagen waarin de teruggeschonken vrijwilligersvergoeding opgevoerd werd als aftrekpost en die zijn afgewezen op basis van het feit dat de ANBI niet over voldoende liquide middelen beschikte, nu alsnog ambtshalve dienen te worden toegekend?

Vraag 3

Indien u niet bereid bent tot ambtshalve toekenning van die bezwaren, hoe gaat u dan alle mensen, wiens bezwaar is afgewezen, in de gelegenheid stellen om op een eenvoudige en laagdrempelige manier kennis te nemen van het feit dat zij wederom bezwaar kunnen indienen?

Mededeling

Hierbij bericht ik u dat het niet mogelijk is de vragen van het lid Omtzigt over de vrijwilligersvergoeding binnen de gestelde termijn van drie weken te beantwoorden. Het vergt meer tijd om de in de vraagstelling genoemde uitspraak van de rechtbank te duiden, mede in relatie met andere recente uitspraken van rechterlijke instanties.


X Noot
1

Rechtbank Arnhem 21 februari 2012, LJN: BV6037, AWB 11/1682.

X Noot
2

ANBI: Algemeen nut beogende instelling.

Naar boven