Vragen van de leden Helder en De Roon (beiden PVV) aan de ministers van Veiligheid en Justitie en van Buitenlandse Zaken over het bericht «Ruim helft diplomaten betaalt boetes niet» (ingezonden 2 maart 2012).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie), mede namens de minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 23 maart 2012)Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr.1900

Vraag 1

Is het waar dat in 2009 en 2010 respectievelijk 60% en 55% van de verkeersboetes die diplomaten zijn opgelegd, niet worden betaald?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat ook diplomaten zich aan de regels van het gastland dienen te houden, omdat de wet voor iedereen geldt en zeker vanwege het feit dat zij te gast zijn en daarmee een visitekaartje zijn van hun eigen land? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Ja. Diplomaten dienen zich te houden aan de wetten en regels die in het ontvangende land gelden (artikel 41 van het Verdrag van Wenen inzake Diplomatiek Verkeer uit 1961).

Vraag 3

In welk deel van het aantal niet betaalde verkeersboetes betreft het bekeuringen op kenteken? Worden in die gevallen de kentekenhouders expliciet uitgenodigd om de naam van de bestuurders kenbaar te maken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, met welk resultaat?

Antwoord 3

Het betreft in de meeste gevallen verkeersovertredingen op kenteken en in enkele gevallen «staandehoudingen». De Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften gaat uit van een kentekenaansprakelijkheid. De houder van het kenteken is aansprakelijk voor de gedragingen zoals deze gepleegd worden met het voertuig. Een expliciete uitnodiging om de naam van de bestuurder kenbaar te maken ontbreekt daarom.

Vraag 4

Welke richtlijnen gelden er voor Nederlandse diplomaten in het buitenland voor wat betreft de betaling van door hen opgelopen verkeersboetes? In welke mate worden deze richtlijnen Nederlandse diplomaten nageleefd?

Antwoord 4

Nederlandse diplomaten hebben de staande instructie door hen opgelopen verkeersboetes te betalen.

Vraag 5

Wilt u per land aangeven in welke mate buitenlandse diplomaten de aan hen opgelegde verkeersboetes niet betalen?

Antwoord 5

Dat is voor de genoemde periode niet goed mogelijk. Herleiden van alle verkeersboetes over 2009 en 2010 per ambassade zou een vergelijking vereisen tussen verschillende bestanden, waarbij de nauwkeurigheid van het eindresultaat niet kan worden gegarandeerd. In het afgelopen jaar is actie ondernomen om de aansluiting tussen deze bestanden in de toekomst te verbeteren.

Vraag 6

Wat wordt door u gedaan om te bevorderen dat buitenlandse diplomaten hun verkeersboetes betalen? Welke mogelijkheden ziet u om daarin nog verbetering aan te brengen?

Antwoord 6

Het CJIB stuurt de initiële beschikking, een eerste en tweede aanmaning inclusief wettelijke verhogingen. Mocht betaling uitblijven, dan wordt dit traject stopgezet.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken oefent vervolgens druk uit met diplomatieke middelen als duidelijk wordt dat er sprake is van bijzonder ernstige of bijzonder veel overtredingen van een bepaalde diplomaat; de ambassade wordt officieel aangeschreven of de ambassadeur kan op het Ministerie worden ontboden.

Het Ministerie vestigt regelmatig per circulaire nota de aandacht van alle ambassades op de verplichting voor diplomaten zich aan de verkeersregels te houden en opgelopen boetes te betalen.

Vraag 7

Wat gaat u via die diplomatieke weg anders doen dan voorheen, waardoor diplomaten nu wel zullen overgaan tot betaling van hun boetes?

Antwoord 7

In bilaterale contacten met ambassades worden de verplichting zich aan de regels te houden, en de verplichting van betaling, benadrukt. Op grond van het Verdrag van Wenen kunnen echter geen dwangmiddelen tegen diplomaten worden toegepast. Deze beperking bestaat opdat diplomaten (waaronder ook Nederlandse diplomaten in het buitenland) die in een ander land werken, niet door het ontvangende land via de strafwet onder druk gezet kunnen worden. Dit beperkt ook de afdwingbaarheid van de betaling van verkeersboetes.

Met het CJIB is afgesproken dat Buitenlandse Zaken voortaan eerder zal worden geïnformeerd over niet betaalde boetes, zodat eerder actie kan worden ondernomen. In samenwerking met het CJIB en de RDW wordt in de toekomst jaarlijks een operatie uitgevoerd om individuele ambassades nogmaals te herinneren aan hun eventuele openstaande boetes.

Naar boven