Vragen van het lid Lucassen (PVV) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat gegevens van de veiligheidsdienst van Curaçao zijn verstrekt aan derden (ingezonden 6 maart 2012).

Antwoord minister Spies (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 22 maart 2012).

Vraag 1

Bent u bekend met de inhoud van het bericht «Veiligheidsgegevens Curaçao in handen van derden»?1

Vraag 2

Hoe beoordeelt u het functioneren van de Veiligheidsdienst Curaçao (VDC) en de samenwerking tussen deze dienst en de regering van Curaçao?

Vraag 3

Kunt u uitsluiten dat gevoelige informatie van de VDC aan derden is verstrekt?

Vraag 4

Hoe beoordeelt u de bescherming van gegevens die door de VDC worden verzameld en opgeslagen? Welke gevolgen heeft het lekken van deze gegevens voor de belangen van het Koninkrijk?

Vraag 5

Kunt u ingaan op het gerucht dat de Colombiaanse veiligheidsdienst betrokken is bij het lekken van gevoelige informatie door de VDC? Welke rol speelt deze dienst op Curaçao en past dit binnen het veiligheidsbeleid van het Koninkrijk?

Vraag 6

Wordt er door Nederlandse diensten gevoelige informatie uitgewisseld met de VDC? Bent u van plan het verstrekken van gevoelige informatie aan de VDC direct te stoppen, nu getwijfeld kan worden aan de bescherming van dit soort gegevens? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Bent u van plan de regering van Curaçao om opheldering te vragen over de reeks incidenten rond de VDC en de rol hierin van premier Schotte? Bent u bereid om zelf een onderzoek in te stellen wanneer Curaçao die opheldering weigert te geven? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7

Het functioneren van de Veiligheidsdienst Curaçao (VDC) is primair een aangelegenheid van het land Curaçao en van zijn regering. Zoals verwoord in artikel 43, tweede lid van het Statuut voor het Koninkrijk, bestaat de verantwoordelijkheid van het Koninkrijk uit het invulling geven aan het waarborgen van deugdelijk bestuur. Het ingrijpen in de autonomie van een land om de deugdelijkheid van goed bestuur te waarborgen is een ultimum remedium. Dit laat onverlet dat hetgeen rond de VDC plaatsvindt, de aandacht heeft van de Nederlandse regering. Zoals gebruik is tussen inlichtingen- en veiligheidsdiensten, informeren de AIVD en de MIVD bij de VDC naar de toedracht van de zaak. Mochten er gegevens van de VDC aan derden zijn verstrekt, dan is op dit moment niet uit te sluiten dat dit zich ook uitstrekt over informatie die afkomstig is van Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Indien gegevens door de AIVD of de MIVD aan inlichtingen- en veiligheidsdiensten van andere landen, zoals de VDC, worden verstrekt, dient op grond van artikel 37, tweede lid, van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002, de derde-partijregel te worden toegepast. Deze regel houdt in dat de verstrekte gegevens niet aan andere personen en instanties mogen worden verstrekt zonder toestemming van de dienst waarvan de gegevens afkomstig zijn. De toestemming is in dit geval niet verleend.

Ik wacht verder onderzoek vooralsnog af en ga ervan uit dat de regering van Curaçao in voorkomend geval de geëigende maatregelen zal nemen.


X Noot
1

Amigoe, 1 maart 2012.

Naar boven