Vragen van de leden Gesthuizen en Jansen (beiden SP) aan de ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van Veiligheid en Justitie over het gasnetwerk (ingezonden 26 augustus 2011).

Antwoord van minister Verhagen (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie), mede namens de minister van Veiligheid en Justitie (ontvangen 4 oktober 2011).

Vraag 1

Wat is uw reactie op de uitspraak van de voorzitter van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid dat er onvoldoende is gedaan met de adviezen van de onderzoeksraad aangaande het wegnemen van risico’s in ons gasnetwerk?1

Antwoord 1

De heer Joustra vraagt aandacht voor de rapporten van de Onderzoeksraad. Ik ben het echter niet eens met zijn stelling dat er onvoldoende is gedaan met de adviezen van de Onderzoeksraad. Naar aanleiding van het rapport «Grijs gietijzeren gasleidingen, Een onderzoek naar aanleiding van de gasexplosie Haarlemmer Houttuinen Amsterdam, 9 maart 2008» van 28 april 2009 en de daarbij behorende aanbevelingen van 6 juli 2009 zijn de volgende acties ondernomen:

  • Wettelijk is veiligheid beter geregeld middels een AMvB Veiligheid voor lage druk gastransport en middels aanpassingen in de MR Kwaliteitsaspecten netbeheer elektriciteit en gas.

  • Er zijn afspraken gemaakt tussen de toezichthouder en de netbeheerders om tot versnelde sanering te komen van grijs gietijzeren buisleidingen. Deze afspraken zijn gepubliceerd in een rapport van SodM («Rapport van het onderzoek van SodM naar de saneringsplannen van brosse leidingen door de gasnetbeheerders», Den Haag, maart 2010, gepubliceerd op de website www.sodm.nl ). Uit het rapport blijkt dat het niet mogelijk is alle leidingen in één keer te vervangen. Eerst zullen de meest kwetsbare leidingen worden vervangen (binnen 5 jaar). Dit betreft met name de sanering van leidingen in stedelijke gebieden. Ingrijpende infrastructurele projecten, zoals de aanleg van de Noord/Zuidlijn in Amsterdam, zijn aanleiding om voorafgaand aan die (grondroer-)werkzaamheden het leidingnet te saneren.

  • De toezichthouder SodM ziet erop toe dat de sanering van grijs gietijzeren leidingen volgens de afspraken verloopt. De dienst heeft hiervoor extra formatieve ruimte gekregen.

Vraag 2

Waar in Nederland is het risico op ongelukken het grootst? Hoeveel mensen wonen in een gevarenzone? Hoe groot is de kans dat er een gasexplosie ontstaat vanwege de verouderde gietijzeren leidingen?

Antwoord 2

  • a) De risico’s van ongelukken zijn het grootst daar waar in de grond geroerd wordt. Dat geldt niet alleen voor grijs gietijzeren leidingen, maar voor alle typen leidingen. Graafwerkzaamheden zijn dan ook veruit de belangrijkste oorzaak voor incidenten met gastransportleidingen.

    Voor grijs gietijzeren leidingen is er ten opzichte van andere materialen een additioneel risico indien die leidingen in niet-geconsolideerde grond liggen en die grond wordt geroerd ten gevolge van transport van zwaar verkeer of door de bouw of bemaling van diepe bouwputten. Doordat de grond op veel plaatsen wordt geroerd, is het aantal breuken per km grijs gietijzerleiding ruim vijf maal hoger dan in niet-brosse transportleidingen. Vandaar ook de noodzaak tot sanering.

  • b) De vraag hoeveel mensen er in een «gevarenzone» wonen is niet eenduidig te beantwoorden. Ik zou gebieden met een verhoogd risico op lekkage niet direct als «gevarenzone»willen bestempelen. Maar als uw vraag bedoeld is om te achterhalen waar grijs gietijzeren leidingen liggen, kan ik u meedelen dat deze in veel steden nog aanwezig zijn. In Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Tilburg liggen nog de meeste grijs gietijzeren leidingen (meer dan 250km per stad).

  • c) De kans op gasexplosies wordt vooral bepaald door de activiteiten die er rond een gasleiding plaatsvinden. Bij zowel oude als nieuwe grijs gietijzeren leidingen zullen die activiteiten eerder leiden tot breuken dan bij kunststofleidingen. In de ruim 50 jaar dat er grijs gietijzeren leidingen liggen, zijn er incidenten geweest en in twee gevallen heeft dat tot explosies geleid.

Vraag 3

Spreekt wat u betreft uit de snelheid van handelen door netbeheerders voldoende gevoel voor urgentie om de risico’s van de verouderde gietijzeren gasnetwerken weg te nemen? Zo nee, hoe gaat u dat gevoel van urgentie vergroten? Zo ja, kunt u uw antwoord toelichten mede in het licht van de snelheid waarmee de verouderde netwerken in Frankrijk en Engeland zijn vervangen?

Antwoord 3

De realisatie van de plannen voor de vervanging van grijs gietijzer zijn voldoende ambitieus, gegeven de omstandigheden waarin door gasnetbeheerders eerst op de meest risicovolle plaatsen wordt gewerkt aan de sanering van het grijs gietijzer. Daarover zijn afspraken gemaakt met de netbeheerders en SodM ziet toe dat deze afspraken worden nagekomen. Op dit moment zie ik geen aanleiding om de gemaakte afspraken te herzien.

De Nederlandse situatie is niet één op één te vergelijken met Frankrijk en Groot-Brittannië, maar ook in Groot-Brittannië is een eerste periode van vijf jaar voor het opheffen van de meest risicovolle locaties voorzien en een periode van 30 jaar voor het opheffen van de overige risicovolle locaties.2

Vraag 4

Hebben alle netbeheerders inmiddels een risico-inventarisatie afgerond? Zo nee, welke netbeheerders hebben nog geen inventarisatie en waarom niet?

Antwoord 4

Ja, alle gasnetbeheerders hebben hun risico-inventarisatie afgerond.

Vraag 5

Hebben alle netbeheerders een plan van aanpak voor het vervangen van de gietijzeren gasleidingen op basis van die risico-inventarisatie? Zo nee, welke netbeheerders hebben nog geen plan van aanpak en waarom niet? Zo ja, kunt u per netbeheerder aangeven op welk moment in de tijd zij alle gietijzeren gasleidingen hebben vervangen?

Antwoord 5

Ja, alle gasnetbeheerders hebben een plan van aanpak voor het vervangen van de gietijzeren leidingen op basis van hun risico-inventarisatie.

Een aantal kleine netbeheerders zal hun aandeel in deze risicovolle leidingen binnen zes jaar na 2010 hebben gesaneerd. De sanering door de overige netbeheerders, zoals de drie grote beheerders Enexis, Stedin en Liander, wordt risicogericht uitgevoerd, waardoor de meest risicovolle leidingen het eerst vervangen worden, te weten ruim 2000 km in zes jaar na 2010. Na 30 jaar, in 2 041, zal 95% van het brosseleidingenbestand zijn vervangen. Het restant betreft grijs gietijzeren leidingen in minder breukgevoelige omstandigheden.

Vraag 6

Hoeveel van de geïnventariseerde knelpunten in het hoofdgasnetwerk zijn inmiddels door de gasunie opgelost? Hoeveel knelpunten moeten nog worden weggenomen?

Antwoord 6

Het Telegraaf-artikel geeft aanleiding tot misverstanden. Bij het artikel werd een kaartje van het Gasunie hoofdtransportnet afgedrukt. Dit kaartje zet de lezer op het verkeerde been omdat het onderzoek van het OVV waaraan wordt gerefereerd alleen betrekking heeft op regionale gasnetwerken. Op het kaartje van Gasunie’s hoofdtransportnet dat werd afgebeeld komen geen leidingen voor van «grijs gietijzer», want er zijn helemaal geen grijs gietijzeren leidingen in het hoofdtransportnet.

Vraag 7

Ligt de Gasunie daarmee nog op schema om tijdig te voldoen aan het wegnemen van de risico’s in het hoofdgasnetwerk? Zo nee, wat is de oorzaak van de vertraging?

Antwoord 7

Niet van toepassing, zie mijn reactie op vraag 6.


X Noot
1

De Telegraaf, 20 augustus 2011.

X Noot
2

http://www.hse.gov.uk/gas/supply/mainsreplacement/irongasmain.htm)

Naar boven