Vragen van het lid Peters (GroenLinks) aan de ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie over de betogingen in onder andere Kunduz tegen de koran-verbranding (ingezonden 28 februari 2012).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken), mede namens de minister van Defensie (ontvangen 14 maart 2012).

Vraag 1

Kunt u beschrijven hoe het heeft kunnen gebeuren dat op 20 februari jl. abusievelijk korans zijn verbrand op de Amerikaanse militaire basis Bagram?

Antwoord 1

Een gezamenlijk Afghaans-ISAF onderzoek naar de precieze achtergrond van de verbranding is gaande, alsmede een onderzoek door leden van de Afghaanse raad van geestelijken en het parlement. Daarnaast voert de VS een intern militair disciplinair onderzoek uit. De uitkomsten van deze onderzoeken moeten worden afgewacht, voordat een conclusie over de toedracht kan worden getrokken.

Vraag 2

Kunt u het verloop beschrijven van de demonstraties in Kunduz van 25 februari jl. en de poging om het VN-kantoor te bestormen in reactie op dit incident?

Antwoord 2

In reactie op het incident hebben op 24, 25 en 26 februari in Kunduz diverse demonstraties plaatsgevonden.

Op 24 februari vond een demonstratie plaats van ongeveer 300 personen, die vrijwel zonder incidenten is verlopen. Op 25 februari hebben ongeveer 800 demonstranten zich rond het middaguur verzameld in het gemeentepark, waarbij het tot rellen kwam. De Afghaanse veiligheidstroepen hebben geprobeerd de menigte te verdrijven. Desondanks zijn ongeveer 200 personen erin geslaagd de UNAMA-compound te bereiken, waar ze hebben geprobeerd deze binnen te dringen en brand te stichten. Dankzij effectief optreden van de aanwezige veiligheidstroepen is dit niet gelukt. Uit de op dit moment beschikbare gegevens blijkt dat er acht burgers zijn omgekomen en dat 50 burgers en achttien politieagenten gewond zijn geraakt.

Vraag 3

Hoe hebben de Afghaanse autoriteiten en veiligheidstroepen in Kunduz, waaronder de politie, daartegen opgetreden en hoe beoordeelt u dat optreden? Onder welke omstandigheden zijn daarbij doden en gewonden gevallen?

Antwoord 3

In het algemeen heeft de Afghaanse politie en het leger in Kunduz effectief en proactief gereageerd. Commandant ISAF generaal Allen en VN Speciaal Vertegenwoordiger Kubis hebben zich lovend over de inzet van de Afghaanse veiligheidsdiensten uitgelaten. Zij waren zichtbaar in de stad aanwezig en namen strategische posities in langs de routes van de demonstratie. De politie heeft zich opgesteld bij de toegangswegen tot de stad om gewapende personen tegen te houden, die probeerden de stad binnen te komen. Tevens werden posities ingenomen bij strategische locaties zoals het politiehoofdkwartier, de compound van de gouverneur, het UNAMA-kantoor en het plateau (waar het Provinciaal Reconstructie Team (PRT) en het vliegveld zich bevinden). Hierdoor werd voorkomen dat de demonstranten de UNAMA-compound innamen of zich naar het PRT verplaatsten. De gewonden bij de ordetroepen zijn met name gevallen binnen het onderdeel van de eerste veiligheidsring om de UNAMA compound en tijdens het «schoonvegen» van de straten.

Vraag 4

Heeft u het vermoeden dat de demonstraties georganiseerd waren? Zo ja, door wie?

Antwoord 4

Er zijn op dit moment geen concrete aanwijzingen dat deze demonstraties georganiseerd waren.

Vraag 5

In hoeverre en vanaf welk moment is de Nederlandse missie in Kunduz stilgelegd?1 Onder welke omstandigheden en op welke termijn zullen de stilgelegde activiteiten worden hervat?

Antwoord 5

De trainings- en begeleidingsactiviteiten van de geïntegreerde politie trainingsmissie zijn sinds 24 februari bijgesteld, mede op last van de commandant van ISAF/Regional Command North. Naast verhoogde veiligheidsmaatregelen was de belangrijkste maatregel dat alle troepen op hun bases moesten blijven. Na de onlusten in het weekeinde heeft de commandant van ISAF/Regional Command North deze maatregel een aantal malen verlengd voor de provincie Kunduz, in het bijzonder voor de steden. De training op het German Police Training Centre heeft vanaf 28 februari jl. weer doorgang gevonden. Na een rustig verlopen vrijdaggebed op 2 maart jl. zijn in overleg met de commandant van ISAF/Regional Command North en de lokale (politie)autoriteiten de begeleidingsactiviteiten in Kunduz vanaf 3 maart jl. geleidelijk weer begonnen. EUPOL City Police Justice Program (CPJP) Kunduz, en de politiefunctionarissen werkzaam daarbinnen, hadden in lijn met ISAF veiligheidsmaatregelen getroffen. De activiteiten buiten de poort waren opgeschort en de EUPOL politiefunctionarissen zijn, net als het personeel van Defensie en Buitenlandse Zaken, op de beschermde basis gebleven. Inmiddels heeft ook EUPOL CPJP Kunduz de werkzaamheden hervat.

Vraag 6

Kunt u een beeld schetsen van de verspreiding van de demonstraties door het land sinds de koran-verbranding? Hoe verklaart u dat in het onrustige zuiden van het land tot dusverre nauwelijks of geen demonstraties zijn geweest, en wel in o.a. provincies als Kunduz?

Antwoord 6

De meeste protesten en demonstraties, waarvan sommige gewelddadig, hebben plaatsgevonden tussen 22 en 26 februari jl. Sindsdien lijkt de intensiteit van de demonstraties te zijn afgenomen. De demonstraties en protesten vonden verspreid door het gehele land, inclusief het zuiden plaats. Er zijn in totaal ongeveer 30 doden gevallen.

Vraag 7

Hoeveel internationale militairen zijn inmiddels door toedoen van Afghaanse veiligheidstroepen om het leven gekomen, nadat ook in deze protesten twee Amerikaanse militairen door een Afghaanse militair zijn omgebracht? Is er sprake van een toenemende trend?

Antwoord 7

Er zijn sinds mei 2007 ongeveer 80 internationale militairen omgekomen door zogeheten «green on blue» incidenten. Aanslagen van Afghaans veiligheidspersoneel of personen in (namaak)uniform op ISAF-militairen zijn voorgekomen in alle regionale commando’s van ISAF onder Amerikanen, Britten, Fransen, Duitsers, Italianen, Spanjaarden en Australiërs. Het is te vroeg om vast te stellen of er sprake is van een trend.

Overigens is nog niet vastgesteld of de moord op de twee Amerikaanse militairen, werkzaam op het ministerie van Binnenlandse Zaken, verband hield met de protesten naar aanleiding van de koranverbrandingen. Het onderzoek naar dit voorval is nog gaande.

Vraag 8

Hoe beoordeelt u het toenemende anti-Amerikaanse sentiment onder Afghanen?2 Vindt u dat de VS voldoende maatregelen nemen om jarenlang aanhoudende bronnen van dat sentiment, zoals night-raids en controle over gevangenen, weg te nemen?

Antwoord 8

In welke mate er sprake is van een toename van anti-Amerikaans sentiment is niet vast te stellen. Nachtelijke huiszoekingen en detenties worden regelmatig genoemd als gevoelige kwesties in de bilaterale relatie tussen beide landen, zoals in de conclusies van de in november gehouden raadgevende loya jirga. Afghanistan en de VS voeren hierover regelmatig overleg, onder andere in het kader van de onderhandelingen over het lange termijn strategisch partnerschap tussen beide landen.

Vraag 9

Hoe beoordeelt u de reactie van president Karzai dat het koran-incident onder zijn controle niet zou zijn voorgekomen?3 Bent u gelukkig met deze reactie?

Antwoord 9

President Karzai heeft zich uitgesproken in een officiële persverklaring tegen het incident. Hij riep tegelijkertijd de bevolking op de rust te bewaren. Daarbij heeft de president geen uitspraken gedaan over hoe dit incident voorkomen had kunnen worden. Hij verwees in zijn verklaring herhaaldelijk naar de verschillende onderzoeken die worden uitgevoerd, waarvan de uitkomsten moeten worden afgewacht.

Vraag 10

Bent u bereid deze vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden?

Antwoord 10

Ja.


X Noot
1

Volkskrant en NRC Handelsblad, 25 februari 2012.

X Noot
2

BBC 23 februari, Will Afghan Koran row prove Nato's tipping point?

X Noot
3

Idem.

Naar boven