Vragen van het lid Ouwehand (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economie,
Landbouw en Innovatie over de afname van vleermuizen onder invloed van wegen (ingezonden
7 november 2011).
Antwoord van staatssecretaris Bleker (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) (ontvangen
7 maart 2012). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 1065.
Vraag 1
Bent u op de hoogte van nieuw wetenschappelijk onderzoek1 waaruit blijkt dat wegen voor een significante afname zorgen van de aantallen, activiteit
en diversiteit van vleermuizen?
Vraag 2
Onderschrijft u de conclusie in het rapport «Natura 2000 in Nederland» van het Planbureau
voor de Leefomgeving (PBL), dat om de doelstellingen van de Habitatrichtlijn te verwezenlijken
de bescherming van alleen de Natura 2000-gebieden onvoldoende is omdat populaties
ook buiten de gebieden voorkomen? Zo ja, op welke wijze zijn de gevolgen van het rijkswegennet
op de vleermuizen in het kader van Natura 2000 getoetst?
Antwoord 2
De natuurwetgeving betreft de duurzame instandhouding van soorten. Deze verplichting
geldt zowel binnen als buiten de specifiek beschermde gebieden. In het rapport «Ecologische
effectiviteit van Natuurwetgeving» (Veen, M.P. van, et al. 2011) wordt geconstateerd, dat voor de meeste vleermuissoorten geldt, dat het goed
gaat met deze soorten en dat de aantallen toenemen. Dat is mede dankzij mitigerende
maatregelen die genomen moeten worden bij de aanleg van infrastructuur.
Vraag 3
Wordt de verspreiding van vleermuizen op dit moment gemonitord? Zo ja, hoe, en wat
zijn de laatste resultaten ervan? Zo neen, hoe kan dan invulling gegeven worden aan
artikel 6 lid 2 van de Habitatrichtlijn, namelijk het nemen van passende maatregelen
als er verslechtering optreedt?
Antwoord 3
In het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM) wordt de verspreiding van vleermuissoorten
onderzocht. In samenwerking met de Nederlandse Zoogdiervereniging (VZZ), de Gegevens
Autoriteit Natuur (GAN) en het CBS zijn in de afgelopen jaren verschillende provinciale
atlassen gereedgekomen over de verspreiding van vleermuizen. Deze ecologische monitoring
vloeit voort uit onze verplichtingen vanuit de EU-Habitat Richtlijn en het EUROBATS
verdrag.
In de brochure «Met vleermuizen overweg» van de Dienst Weg- en Waterbouwkunde van
het toenmalige Ministerie van Verkeer en Waterstaat staan aanwijzingen voor wegenontwerpers,
bouwers en beheerders over hoe rekening gehouden moet worden met vleermuizen. Bij
de bouw van wegen en andere infrastructurele ontwikkelingen wordt voor het verlenen
van de benodigde vergunningen of ontheffingen de omgeving gemonitord op kwetsbare
en beschermde soorten. Er wordt rekening gehouden met vliegroutes, jachtgebieden en
verblijfplaatsen van vleermuizen, waarbij voor verschillende soorten soortspecifieke
maatregelen worden getroffen. Indien daartoe aanleiding is worden mitigerende maatregelen
getroffen. Een voorbeeld hiervan is het gereedkomen van de A74, waar op verschillende
plaatsen zogenaamde hop-overs zijn ingericht. Ook zijn onderdoorgangen gemaakt waarbij
speciale vleermuisvriendelijke verlichting is aangebracht.
Vraag 4
Deelt u de mening dat met dit voortschrijdende inzicht het optreden van significante
effecten op de vleermuizen als gevolg van het wegverkeer op de rijkswegen dus niet
uitgesloten kan worden? Zo ja, bent u bereid hier een aanvullende passende beoordeling
van op te stellen? Zo neen, op basis van welke onafhankelijke gegevens heeft u de
zekerheid dat er geen significante effecten optreden?
Antwoord 4
De monitoringsverplichting blijft bestaan en indien er aanwijzingen zijn voor significante
effecten, dan zullen er effectieve maatregelen getroffen worden. Tot nu toe zie ik
daartoe, mee gelet op de uitkomsten van de atlasprojecten en de gegevens van het NEM,
geen aanleiding.
Vraag 5
Bent u bereid aanvullend onderzoek in te stellen naar de effectiviteit van mitigerende
maatregelen zoals de vleermuisbruggen, zodat die eventueel landelijk ingezet kunnen
worden? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 5
Nee, in het verleden is daar al onderzoek naar gedaan. Daaruit bleek dat voorgestelde
maatregelen vaak wel, maar soms niet effectief zijn.
Daar wordt lering uitgetrokken. Ook worden soortgerichte maatregelen die nu genomen
worden bij infrastructurele projecten geëvalueerd.