Vragen van het lid Hazekamp (PvdD) aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over een afschotverbod voor in het wild levende dieren in verband met de aanhoudende vorst (ingezonden 8 februari 2012).

Antwoord van staatssecretaris Bleker (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) (ontvangen 7 maart 2012).

Vraag 1

Bent u op de hoogte van het jachtverbod dat de Provincie Utrecht heeft afgekondigd vanwege het winterweer, terwijl de andere provincies dit (nog) niet nodig achten?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 7

Onderschrijft u dat in het wild levende dieren op dit moment door de sneeuwval en zeer strenge vorst, die al sinds 29 januari onafgebroken aanhoudt, onvoldoende voedsel kunnen vinden en daardoor ernstig verzwakken? Zo neen, waaraan ontleent u die zekerheid?

Onderschrijft u dat alle dieren, ook de dieren waarop niet gejaagd of geschoten mag worden, hun reserves moeten sparen om de winterse omstandigheden het hoofd te kunnen bieden en dat al deze dieren ernstig verstoord en opgejaagd worden wanneer jagers in het gebied actief zijn? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 2 en 7

Nee, de meeste in het wild levende dieren hebben genoeg reserves opgebouwd om een vorst periode van enkele weken goed te doorstaan.

Zie tevens het antwoord op eerder gestelde Kamervragen van het lid Thieme hierover (Tweede Kamer, 2010–2011, Aanhangsel met nr. 3604, antwoord op vraag 2).

Vraag 3 en 5

Is het waar dat de verbodsbepalingen in artikel 53 eerste lid van de Flora- en Faunawet, waarin staat dat jagen verboden is indien de grond bedekt is met sneeuw, op wild dat zich bevindt in of in de nabijheid van wakken en op wild dat als gevolg van weersomstandigheden in uitgeputte toestand verkeert, niet van toepassing zijn op het afschieten van in het wild levende dieren in het kader van beheer en schadebestrijding?

Deelt u de mening dat de verbodsbepalingen uit artikel 53 eerste lid van de Flora- en Faunawet ook zouden moeten gelden voor in het wild levende dieren die worden afgeschoten in het kader van schadebestrijding en beheer? Zo ja, welke consequenties verbindt u hieraan?

Zo neen, waarom niet?

Antwoord 3 en 5

De verbodsbepalingen in artikel 53, eerste lid, van de Flora- en faunawet zijn van toepassing op jacht en niet op beheer en schadebestrijding. Voor beheer en schadebestrijding gelden de kaders van artikel 65 e.v. van de Flora- en faunawet. Voor zover deze activiteiten elkaar overlappen, gelden zowel de regimes voor jacht als voor beheer en schadebestrijding. Zie voorts de eerdere beantwoording op Kamervragen over jagen terwijl de bodem met sneeuw bedekt is van lid Thieme (Tweede Kamer, 2010–2011, Aanhangsel nr. 1273).

Vraag 4 en 6

Deelt u de mening dat het ethisch gezien onaanvaardbaar is dieren af te schieten juist wanneer zij door de winterse omstandigheden onvoldoende voedsel hebben kunnen vinden, daardoor verzwakt en langzaam zijn en hun natuurlijke schuwheid hebben opgegeven om te kunnen

overleven? Zo ja, welke consequenties verbindt u hieraan? Zo neen, waarom niet?

Deelt u de mening dat provinciale willekeur voorkomen dient te worden in kwesties als deze? Zo ja, welke consequenties verbindt u hieraan? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 4 en 6

Nee, soorten die op de provinciale vrijstellingslijst staan, richten juist schade aan in delen van het land. Derhalve zijn de provincies beter in staat om te beoordelen of beheer en schadebestrijding al dan niet tijdelijk opgeschort moet worden.

In winterse omstandigheden kan beheer en schadebestrijding van bepaalde dieren nodig zijn. Met winterse omstandigheden vertrouw ik wel op de betamelijkheid van jagers, wildbeheereenheden en faunabeheereenheden, opdat de rust in het landelijk gebied voor de andere dieren zoveel mogelijk gehandhaafd blijft.

Zie tevens eerdere beantwoording op Kamervragen van het lid Thieme over dit onderwerp (Tweede Kamer, 2009–2010, aanhangsel, nr. 1208).

Vraag 8

Bent u bereid om Gedeputeerde Staten op te roepen een tijdelijk algeheel verbod in te stellen op het afschieten van in het wild levende dieren, zeker omdat het sinds 29 januari onafgebroken zeer streng heeft gevroren, deze kou verder aan zal houden en er nog geen einde in zicht is? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 8

Zoals u zelf heeft kunnen vaststellen, is het weer inmiddels omgeslagen. Overigens zou ik bij aanhoudende vorst geen tijdelijk algeheel afschotverbod hebben ingesteld. Voor de motivatie verwijs ik u naar mijn antwoord bij vraag 4 en 6.

Vraag 9

Bent u bereid, gelet op de actuele strenge winterse omstandigheden, deze vragen spoedig te beantwoorden, in ieder geval voor 10 februari 2012?

Antwoord 9

Helaas heb ik de vragen niet eerder kunnen beantwoorden.

Naar boven