Vragen van de leden Kortenoeven en Wilders (beiden PVV) aan de minister van Buitenlandse
Zaken over de voortdurende christenvervolging in het islamitische koninkrijk Saoedi-Arabië
(ingezonden 20 december 2011).
Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 6 maart 2012).
Vraag 1
Hoe beoordeelt u het door de organisatie International Christian Concernverspreide nieuwsbericht «42 Ethiopian Christians Arrested in Saudi Arabia», waarin wordt gemeld dat 42 Ethiopische christenen bij een gewelddadige inval van
de Saoedische religieuze politie zijn gearresteerd terwijl zij in de beslotenheid
van de woning van een van hen een godsdienstoefening hielden?1
Antwoord 1
Navraag bij de Ethiopische ambassade in Riyadh levert op dat de Saoedische politie
35 Ethiopiërs heeft gearresteerd. De Nederlandse ambassade in Riyadh staat in contact
met de Ethiopische ambassade over de precieze toedracht van de zaak en over de omstandigheden
waarin de gevangenen verkeren. De Ethiopische ambassade heeft contact met haar gearresteerde
landgenoten.
Vraag 2
Hoe ziet u dit incident in het licht van uw antwoorden van 1 november 2010 op Schriftelijke
vragen?2 Bent u bereid de Kamer een gedetailleerd overzicht te verstrekken van alle gelegenheden,
sinds 1 november 2010, waarbij Saoedische overheidsfunctionarissen in bilateraal verband
door u, de Nederlandse ambassadeur in Riyad, of andere ambtenaren zijn aangesproken
over de vervolging van christenen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wilt u dan bij dat
overzicht ook de Saoedische reacties vermelden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Mensenrechten, waaronder de doodstraf, rechten van vrouwen, rechten van arbeidsmigranten
en de positie van religieuze minderheden, worden regelmatig in multilateraal en bilateraal
verband besproken. In een gesprek van de Nederlandse ambassadeur in Saoedi-Arabië
met de Saoedische Vice-Minister van Buitenlandse Zaken op 2 april 2011 is specifiek
over godsdienstvrijheid van gedachten gewisseld. Verder wordt godsdienstvrijheid regelmatig
in EU verband besproken. Nederland zal voor de aankomende VN Universal Periodic Review
voor Saoedi-Arabië in 2013, net als in 2009, een bijdrage leveren over de positie
van religieuze minderheden. De mensenrechtenambassadeur heeft dit onderwerp aan de
orde gesteld tijdens zijn bezoek in februari j.l. (zie antwoord op vraag 4).
Vraag 3
Bent u bereid nog deze week de Saoedische ambassadeur te ontbieden en te eisen dat
de 42 gearresteerde Ethiopische christenen onmiddellijk worden vrijgelaten? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 3
De Nederlandse ambassade in Riyadh staat in contact met de Ethiopische ambassade over
deze zaak. Het onderwerp is aan de orde gesteld tijdens de reis van de mensenrechtenambassadeur.
Het ontbieden van de Saoedische ambassadeur acht ik op dit moment niet effectief.
Vraag 4
Onder verwijzing naar het Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden van
7 november 20113, waarin u berichtte dat de mensenrechtenambassadeur in 2012 naar Saoedi-Arabië zal
gaan: voor wanneer staat dat bezoek precies gepland? Welke opdracht krijgt de ambassadeur
precies mee met betrekking tot het vraagstuk van de voortdurende christenvervolging
in Saoedi-Arabië? Zullen door de ambassadeur ook christenen worden bezocht? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 4
Het bezoek van de mensenrechtenambassadeur vond plaats op 11-14 februari 2012. Tijdens
zijn bezoek stonden ook godsdienstvrijheid en de toestand rond de christenen in Saoedi-Arabië
op de agenda. Over het bezoek wordt u separaat geïnformeerd.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het vorige bezoek van de mensenrechtenambassadeur aan Saoedi-Arabië,
in januari-februari 2010, in concrete termen geen moer heeft opgeleverd, zoals ook
al duidelijk werd uit het verslag terzake?4 Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Zolang de situatie daar aanleiding toe geeft zal Nederland bij Saoedi-Arabië met beschikbare
diplomatieke middelen de mensenrechtensituatie ter sprake brengen.
Vraag 6
Wilt u deze vragen vanwege de gewenste duidelijkheid en gezien de grote urgentie ieder
afzonderlijk en binnen een week beantwoorden?
Antwoord 6
Beantwoording binnen een week was helaas niet mogelijk.
X Noot
2
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 329.