Vragen van de leden Bouwmeester en Arib (beiden PvdA) aan de minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport over de lobby van de sigarettenindustrie (ingezonden 9 februari 2012).
Antwoord van minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 29 februari
2012).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de berichten over de succesvolle lobby van de sigarettenindustrie
in Nederland?1
Vraag 2, 3 en 4
Bent u van mening dat Nederland zich in alle opzichten houdt aan de richtlijnen van
de World Health Organization (WHO) ten aanzien van de beïnvloeding van het tabaksbeleid
door de tabakslobby?2 Zo nee, in welke opzichten niet, en waarom niet? Zo ja, waaruit blijkt dat?
Op wie hebben deze «guidelines»van de WHO volgens u betrekking? Bent u van mening
dat in Nederland alle door de WHO bedoelde instanties en functionarissen zich aan
de richtlijnen van de WHO houden? Kent u geen voorbeelden van door de WHO bedoelde
instanties en functionarissen die wel contact hebben gehad met de tabaksindustrie
en/of de tabakslobby?
In hoeverre houdt Nederland zich aan de aanbeveling van de WHO, onder 17 (Recommendations:
«Establish measures to limit interactions with the tobacco industry and ensure the
transparency of those interactions that occur»?) Kunt u in dit verband, zoals u reeds
eerder heeft toegezegd, nu een compleet overzicht geven van de contacten met de tabaksfabrikanten
en tabakslobby in de afgelopen drie jaar? Welke contacten hebben plaatsgevonden, waar
en met wie?
Antwoord 2, 3 en 4
De guideline in het kader van artikel 5.3 FCTC vraagt aan verdragspartijen terughoudendheid
en transparantie te betrachten in de interactie met de tabaksindustrie. Nederland
is destijds akkoord gegaan met deze guideline, onder het voorbehoud dat contacten
tussen rijksoverheid en de tabaksindustrie in principe mogelijk moesten blijven. Dat
uitgangspunt hanteer ik en mijn ambtenaren in mijn tabaksontmoedigingsbeleid. Het
gevraagde overzicht van contacten tussen mijn ministerie en de tabaksindustrie heb
ik eerder verstrekt in Kamervragen van 1 december 2011 en 31 januari 2012.
Vraag 5
Wat zal volgens u de opvatting van de tabaksindustrie zijn over het beleid in Nederland,
waaronder het verruimen van het rookverbod en het beëindigen van de vergoeding van
stoppen-met-roken-programma’s via het basispakket? Is er contact geweest met de tabaksindustrie
en/of de tabakslobby voordat het besluit tot deze maatregelen is genomen? Zo ja, wanneer,
en met wie?
Antwoord 5
Over het besluit om een uitzondering te maken op het rookverbod in de horeca en de
vergoeding van stoppen-met-roken programma’s te beëindigen, is vooraf geen contact
geweest met de tabaksindustrie. Ik ben dan ook niet op de hoogte van hun opvattingen
over deze maatregelen.
Onderdeel van het beleid in Nederland is ook dat de boetes op overtreding van het
rookverbod in de horeca zijn verdubbelt. Ook hierover is geen overleg geweest en ik
ben dus ook niet op de hoogte van hun opvatting over deze maatregel.
Vraag 6
Deelt u de mening dat roken een verslaving vormt en er derhalve geen sprake is van
een vrije keuze om al dan niet te roken? Welke rol heeft de overheid ten aanzien van
preventie van ernstige aandoeningen tengevolge van roken?
Antwoord 6
Roken is schadelijk en verslavend. Stoppen met roken is daarom niet gemakkelijk, maar
de verantwoordelijkheid hiervoor ligt primair bij de roker zelf. Daarnaast probeer
ik te bevorderen dat jongeren geheel niet beginnen met roken. In de Landelijke Nota
Gezondheidsbeleid van 25 mei 2011, heb ik aangegeven welke taken en verantwoordelijkheden
op het terrein van preventie bij de rijksoverheid liggen. Het gaat daarbij vooral
om taken op het terrein van gezondheidsbescherming, het tijdig onderkennen van gezondheidsrisico’s,
het toegankelijk maken van betrouwbare kennis en informatie, en samen met andere partijen
meer mogelijkheden creëren voor mensen om gezonder te kunnen leven. Dit geldt ook
ten aanzien van aandoeningen die het gevolg zijn van roken.
Vraag 7
Welke bijdrage levert de tabaksindustrie aan de Nederlandse economie? Vindt u het
behoud van deze bijdrage belangrijker dan de gezondheidswinst die op termijn is te
behalen door een beleid dat is gericht op het drastisch verminderen van het aantal
rokers in Nederland?
Antwoord 7
Mijn beleid op het terrein van tabaksontmoediging wordt op geen enkele manier beïnvloed
door de overwegingen die te maken hebben met de bijdrage van de tabaksindustrie aan
de Nederlandse economie.
X Noot
1BBC News, 1-2-2012
X Noot
2WHO FCTC Article 5.3 guidelines against tobacco industry interference with tobacco
control.