Vragen van het lid Holtackers (CDA) aan de staatssecretaris van Infrastructuur en
Milieu over wateroverlast in Groningen (ingezonden 16 januari 2012).
Antwoord van staatssecretaris Atsma (Infrastructuur en Milieu) (ontvangen 27 februari
2012).
Vraag 1
Bent u bekend met de wateroverlast en de dreiging van hoogwater afgelopen week bij
onder andere Tolbert, Woltersum, Wittewierum, Ten Boer en Ten Post?
Vraag 2
Kunt u aangeven in hoeverre de situatie daar uitzonderlijk was en welke gevolgen dit
heeft?
Antwoord 2
Uit de voorgaand beschreven situatie is op te maken dat er sprake was van een samenloop
van omstandigheden, maar niet van een uitzonderlijke situatie. Het overvloedig gevallen
regenwater is regionaal opgevangen en maar deels afgevoerd richting Waddenzee. Het
merendeel is – tijdelijk – in het regionale systeem opgevangen, met als gevolg dat
het, inclusief de regionale waterkeringen, flink op de proef gesteld is.
Vraag 3
Deelt u de mening dat een volgende dreiging van het onderlopen van bewoond gebied
voorkomen moet worden?
Antwoord 3
Uitgangspunt van landelijk, regionaal en lokaal waterbeleid is het voorkomen dat bewoond
gebied onder water loopt. Echter, een 100% garantie daarop is niet te geven.
Vraag 4
Kunt u aangeven welke maatregelen regionaal en lokaal genomen moeten worden om de
stabiliteit van dijken en kades verder te vergroten?
Antwoord 4
Regionale waterkeringen dienen te voldoen aan bepaalde normen ten aanzien van hoogte,
sterkte en stabiliteit. Deze normen worden vastgesteld door de provinciale overheid,
die tevens het toezicht heeft op de beheerder van de regionale waterkering, veelal
een waterschap. De beheerder toetst de regionale waterkering aan de opgelegde norm.
Indien de regionale waterkering niet voldoet aan de norm, dan dienen verbetermaatregelen
te worden uitgevoerd. De beheerder van de regionale waterkering is hier voor verantwoordelijk.
Vraag 5
Welke maatregelen moeten genomen worden om herhaling van wateroverlast te voorkomen?
Maken het aanwijzen van meer bergingsgebieden en het aanleggen van een extra gemaal
hiervan onderdeel uit? Zo ja, hoe wordt dat gerealiseerd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
De aanpak van de regionale wateroverlast is een verantwoordelijkheid van de regionale
bestuurders. Dit betekent dat provincies, waterschappen en gemeenten met elkaar tot
een adequate aanpak dienen te komen. Dit is en wordt vastgelegd in het provinciale
waterplan. De provincie is hierin kaderstellend.
De recent door de waterschappen in Groningen en Friesland gerealiseerde waterbergingsgebieden
zijn daadwerkelijk ingezet, ze hebben goed gewerkt en de beschikbare capaciteit is
volgens deze waterschappen vooralsnog voldoende.
De realisatie van een extra gemaal (in Lauwersoog) is een maatregel die onderdeel
uitmaakt van de verbetering van de regionale waterhuishouding in Noord Nederland.
Daarvoor zijn de waterschappen Noorderzijlvest en Friesland verantwoordelijk, binnen
de door de provincies Groningen en Friesland vastgestelde kaders. Een business-case
naar een extra gemaal wordt binnenkort door de voornoemde twee waterschappen afgerond.
De betrokken regionale partijen zullen, naar verwachting, voor medio 2012 een besluit
nemen. De regionale partijen zullen een extra gemaal zelf dienen te financieren, aangezien
het een oplossing betreft ten gunste van het regionale waterbeheer.
Vraag 6
Kunt u aangeven op welke wijze de recente wateroverlast samenhangt met de huidige
kwaliteit van onze waterkeringen?
Antwoord 6
De kwaliteit van de regionale waterkeringen heeft, op enkele locaties na, niet gezorgd
voor wateroverlast. Op het eiland De Burd nabij Grou heeft een dijkdoorbraak plaatsgevonden,waardoor
het water het eiland kon oplopen. Bewoners zijn geëvacueerd of naar hoger gelegen
grond gegaan. Op enkele locaties waren de waterkeringen zodanig verzadigd dat het
water door de dijk liep. Daarop hebben de waterschappen noodmaatregelen genomen, zoals
de inzet van pompen, het aanbrengen van zandzakken en/of extra grond tegen de dijk.
De primaire waterkeringen kenden geen problemen.
Vraag 7
Welke gevolgen hebben Duitse maatregelen tegen hoogwater in Nederland?
Antwoord 7
Ik interpreteer uw vraag als volgt. Maatregelen in Duitsland zorgen voor een verlaging
van de rivierwaterstand bij binnenkomst in Nederland. Dergelijke maatregelen zijn
dus gunstig.
Internationaal is overigens overeengekomen dat landen hun hoogwaterprobleem niet
afwentelen op het benedenstrooms (lager) gelegen buurland.