Vraag 1 t/m 9
Is het waar dat u twee vertegenwoordigers van Vereniging Het Reewild (VHR) bij u thuis
ontvangen heeft op 3 december 2011 om te spreken over de afschotplannen in het kader
van de reeënjacht zoals die in de nieuwe wet Natuur geregeld zal worden?1 Zo nee, in welk opzicht klopt deze informatie zoals gegeven in het tijdschrift van
VHR niet?
Acht u het thuis ontvangen van jachtlobbyisten een privéaangelegenheid, of ontvangt
u lobbyisten aan huis in uw verantwoordelijkheid als staatssecretaris?
Kunt u uiteenzetten of er ambtenaren aanwezig zijn bij deze lobbygesprekken op uw
privéadres en of er verslag gemaakt wordt van dergelijke gesprekken?
Kunt u uiteenzetten of u vaker lobbyisten of vertegenwoordigers van belangenorganisaties
thuis ontvangt?
Deelt u de mening dat het thuis ontvangen van lobbyisten of vertegenwoordigers van
belangenorganisaties tot een ongewenste vermenging van privéaangelegenheden en beleid
leidt? Zo ja, welke consequenties verbindt u hieraan? Zo nee, waarom niet?
Valt uit de aard van de organisaties waarvan u vertegenwoordigers thuis ontvangt iets
af te leiden over uw voorkeur ten aanzien van beleidskeuzes? Ontvangt u ook tegenstanders
van uw jacht- en natuurbeleid thuis? Zo ja, welke vertegenwoordigers zijn dat geweest
en waarom?
Is het waar dat Vereniging Het Reewild u bij brief d.d. 17-11-2011 heeft aangeboden
de ambtenaren op uw departement te ondersteunen bij het formuleren van de wetsvoorstellen
in het kader van de Wet natuur? Zo ja, vormde dit aanbod voor u een reden de vertegenwoordigers
van Vereniging Het Reewild op uw privéadres te ontvangen? Zo nee, kunt u aangeven
in welk opzicht deze informatie niet klopt?
Is er sprake van ondersteuning van ambtenaren door lobbyorganisaties bij het schrijven
van de nieuwe Wet natuur? Zo ja, welke organisaties zijn dit geweest? Betekent dit
dat u oordeelt dat uw ambtenaren daartoe zelf onvoldoende geëquipeerd zijn? Zo nee,
heeft u het aanbod van Vereniging Het Reewild van de hand gewezen?
Deelt u de mening dat het thuis ontvangen van (jacht)lobbyisten de schijn van belangenverstrengeling
zou kunnen oproepen en dat die schijn beter vermeden zou kunnen worden in het belang
van het aanzien van het openbaar bestuur? Zo nee, waarom niet en hoe beoordeelt u
het thuis ontvangen van lobbyisten in het kader van de transparantie van beleid? Zo
ja, kunt u toezeggen geen lobbyisten meer op uw privéadres te ontvangen?
Antwoord 1 t/m 9
Ik spreek vaak met vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties. Maatschappelijke
organisaties vind ik van grote waarde, zij zijn het cement van de samenleving en weten
wat er leeft in de streek en bij hun achterban. Deze gesprekken vinden plaats op het
departement, in het land, bij de organisaties en soms ook bij mij thuis.
In het kader van het schrijven van het wetsvoorstel natuurbescherming hebben diverse
(ambtelijke) consultaties plaatsgevonden en hebben mijn ambtenaren en ik gesproken
met vele maatschappelijke (natuur)organisaties. In januari is er nog een aantal bijeenkomsten
geweest, waar verschillende organisaties hun stem hebben laten horen.
Ik vind het van groot belang dat alle betrokkenen hebben kunnen inspreken op dit wetsvoorstel
en hun ideeën bij mij en mijn ambtenaren onder de aandacht hebben kunnen brengen.