Vragen van de leden Timmermans, De Lange en Marcouch (allen PvdA) aan de minister van Buitenlandse zaken over een anti-homoseksualiteitswet in Oeganda (ingezonden 10 februari 2012).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 24 februari 2012).

Vraag 1

Bent u bekend met de recente berichtgeving dat een omstreden wetsvoorstel, waarin de doodstraf voor homoseksuelen wordt bepleit, deze week opnieuw is voorgelegd aan het parlement van Oeganda?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat deze wetgeving in strijd is met de fundamentele rechten van de mens?

Antwoord 2

Ja. Een dergelijke wet is in strijd met de mensenrechten en de Oegandese internationale verplichtingen op dit terrein.

Vraag 3 en 4

Gezien uw eerdere antwoorden op vragen waarin u aangaf herhaaldelijk op politiek niveau uw zorgen te hebben geuit over deze wetgeving, kunt u de Kamer op de hoogte stellen van uw recente inspanningen?2

Op welke wijze gaat u de druk opvoeren om de Oegandese regering duidelijk te maken dat het aannemen van deze wet bijdraagt aan een klimaat van de onderdrukking tegen homo's?

Antwoord 3 en 4

Nederland heeft herhaaldelijk in zowel bi- als multilateraal verband de Oegandese autoriteiten erop gewezen dat een dergelijke wet in strijd is met de mensenrechten en de Oegandese internationale verplichtingen op dit terrein. De Oegandese premier heeft met een schriftelijke verklaring laten weten dat dit voorstel geen onderdeel vormt van zijn legislatieve programma en neemt hij hiervan afstand.


X Noot
1

Nederlands Dagblad, 8 februari 2012 – Antihomowet weer ter tafel in Uganda.

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 1513.

Naar boven