Vragen van de leden Marcouch en Kuiken (beiden PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over een mishandeling van een politieagent in Kollum (ingezonden 24 januari 2012).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 15 februari 2012).

Vraag 1

Kent u het bericht «Agent bewusteloos geslagen in Kollum»?¹

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Herinnert u zich de (eerst aangehouden en later vervallen) motie-Marcouch van 20 januari 2011 waarin gevraagd werd om het gebruik van alcohol en drugs bij geweldsdelicten als een zelfstandig strafverhogend element in de strafeis door de officier van justitie te laten opnemen?²

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Zijn de feiten zoals in het genoemde bericht zijn vermeld, waar?  Zo nee, op welke punten dan niet?

Antwoord 3

Ja, die berichtgeving is juist.

Vraag 4

Zijn alle verdachten van deze mishandeling inmiddels bekend en zijn zij opgesloten? Zo ja, om hoeveel verdachten gaat het? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

In de strafzaak is één persoon aangemerkt als verdachte van poging tot zware mishandeling van een ambtenaar, subsidiair mishandeling van een ambtenaar en het belemmeren van een aanhouding. Deze persoon is op 25 januari 2012 voorgeleid aan de rechter-commissaris en vervolgens voor de duur van 14 dagen in bewaring gesteld. De Raadkamer heeft besloten om per 9 februari 2012 de voorlopige hechtenis te schorsen en de verdachte onder voorwaarden op vrije voeten te stellen.

Vraag 5

Deelt u de mening dat daders die schuldig worden bevonden van het onder invloed plegen van een geweldsmisdrijf voor langere tijd de toegang tot eenuitgaansgebied zouden moeten kunnen worden ontzegd? Zo ja, welke mogelijkheden bestaan er om daders van een dergelijk misdrijf voor langere tijd een uitgaansverbod voor een gebied op te leggen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

De rechter kan een gebiedsverbod opleggen in de vorm van een bijzondere voorwaarde of per 1 april 2012 als rechterlijke vrijheidsbeperkende maatregel. Het is aan de rechter om per geval te beoordelen of ter beveiliging van de omgeving of ter voorkoming van nieuwe strafbare feiten, een dergelijke gedragsbeperking moet worden opgelegd. Hiernaast kunnen horecaondernemers ook besluiten een (collectief) toegangsverbod voor de horeca op te leggen.

Vraag 6

Wat is de stand van zaken van de registratie van alcohol- en drugs bij geweld, zoals aangekondigd in uw brief van 25 maart 2011?³

Antwoord 6

Om de beoogde registratie van alcohol en drugs bij geweld in te voeren zijn pilots uitgevoerd om deze registratie te beproeven. Daarnaast zijn de technische, financiële en personele consequenties van de registratie doorgerekend. De registratie zal van start gaan gelijktijdig met de inwerkingtreding van de wetswijziging waaraan vraag 7 refereert.

Vraag 7

Wat heeft u concreet gedaan met uw belofte om in het Wetboek van Strafvordering de mogelijkheid van de inzet van alcohol- en drugstesten te creëren met als doel het kunnen stellen van een zwaardere strafeis? Wanneer komen deze testen daadwerkelijk in de wet te staan?

Antwoord 7

Ik heb het Nederlands Forensisch Instituut opdracht gegeven om – naar analogie van het verkeer – de grenswaarden te bepalen waarboven middelengebruik leidt tot agressief gedrag. Er is gestart met een wetgevingstraject om voor de politie de bevoegdheid te creëren om ook bij geweldsdelicten drugs- en alcoholtesten te mogen inzetten ter bepaling van het middelengebruik. De inwerkingtreding is – onder voorbehoud van instemming van het Parlement – voorzien voor 2013.

Vraag 8

Wordt het gebruik van alcohol en drugs bij geweldsdelicten als strafverzwaringsgrond in Bos-Polaris aangemerkt? Zo ja, hoeveel zwaarder zijn de eisen daardoor geworden? Zo nee, waarom niet en wanneer gebeurt dat dan wel?

Antwoord 8

Het gebruik van alcohol en drugs bij geweldsdelicten wordt in Bos-Polaris niet als strafverzwaringsgrond aangemerkt. Wel worden in elke individuele strafzaak de feiten en omstandigheden van het geval, zoals bijvoorbeeld het overmatig gebruik van alcohol en drugs, door de officier van justitie meegewogen in de strafeis. Langs deze weg kan middelengebruik dus leiden tot verzwaring van de straf.

Nadat de politie de bevoegdheid heeft verkregen om bij geweldsdelicten alcohol- en drugstesten af te nemen, zal middelengebruik juridisch bewezen kunnen worden en als verzwaringsgrond in Bos-Polaris aangemerkt worden. De mate waarin middelengebruik als strafverzwarend zal worden aangemerkt, wordt bezien in verhouding tot andere strafverzwarende aspecten, zoals discriminatie, geweld tegen personen met een publieke taak en geweld tijdens evenementen.

Vraag 9

Hoe gaat het met de gezondheid van het slachtoffer?Wordt er ook op de mogelijke mentale gevolgen voor deze agent gelet? Zo ja, waar blijkt dat uit? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 9

In het kader van het nazorgprotocol «Geweld Tegen Politieambtenaren» zijn door de leidinggevende, de korpsleiding en de bedrijfsarts alle maatregelen getroffen die noodzakelijk zijn. Dit is gebruikelijk bij politie Fryslân. Er wordt door de teamchef regelmatig contact gehouden met de betreffende politieman. Naar verwachting zal deze binnenkort weer aan het werk gaan.

---

1 Leeuwarder Courant, 22 januari 2012.

2 Kamerstuk, 28 684, nr. 300.

3 Kamerstuk, 28 684, nr. 311.