Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de ministers voor Immigratie, Integratie en Asiel en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat mevrouw Albayrak bij vertrek bij het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers tonnen kan claimen (ingezonden 19 januari 2012).

Antwoord minister Leers (Immigratie, Integratie en Asiel), mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 13 februari 2012).

Vraag 1, 2, 3, 4 en 5

Wat is uw reactie op het bericht dat mevrouw Albayrak bij vertrek tonnen kan claimen? Klopt het dat hier reeds individuele afspraken over zijn gemaakt? Zo ja, wie heeft deze afspraken gemaakt?1

Hoe is deze afspraak tot stand gekomen? Vindt u het wenselijk dat een in opspraak geraakte bestuurder een gouden handdruk van deze omvang krijgt?

Zijn er mogelijkheden om onder deze afspraken uit te komen? Zo ja, bent u van plan om deze toe te passen?

Klopt het dat er nu al wordt gekeken naar mogelijkheden om haar elders een baan aan te bieden bij de overheid? In hoeverre bent u van mening dat zij in eenzelfde soort functie nog voldoende gezag heeft?

Is een dergelijke individuele afspraak zoals met mevrouw Albayrak is overeengekomen normaal in de (semi-) publieke sector? Zo ja, gaat u deze gang van zaken aanpakken? Kunt u een inventarisatie maken van dergelijke regelingen bij andere (semi-) publieke instellingen?

Antwoord 1, 2, 3, 4 en 5

Uw vragen hebben betrekking op de arbeidsrechtelijke verhouding tussen het COA en een individuele werknemer. Zoals ik in eerdere brieven2 3 en in antwoord op vragen van leden van uw kamer aan uw kamer heb gemeld, vindt er op dit moment in mijn opdracht een onafhankelijk onderzoek door de Commissie van onderzoek Centraal Orgaan opvang asielzoekers plaats naar het functioneren van het COA. Ten aanzien van mevrouw Albayrak worden in het onderzoek naar onder andere het werkklimaat binnen het COA, ook vragen omtrent de bezoldiging meegenomen. Het lijkt mij niet opportuun, vooruitlopend op de resultaten van het onderzoek, reeds uitspraken te doen, die raken aan de individuele rechtspositie van een medewerker van het COA.

Wat betreft uw vraag om een inventarisatie van ontslagregelingen bij andere (semi-) publieke instellingen, meld ik u dat het mij niet wenselijk lijkt om dergelijke inventarisatie te laten plaatsvinden. Aangenomen mag worden dat hiermee de nodige tijd gemoeid zal zijn, terwijl tevens op voorhand vaststaat dat de noodzakelijke informatie betrekking heeft op individuele arbeidsrechtelijke verhoudingen. Het is twijfelachtig of mij de informatie zonder meer ter beschikking gesteld zou worden. Het lijkt mij daarom verstandig om de resultaten van het onderzoek van de onderzoekscommissie COA af te wachten en daarna te bezien of van de gevraagde inventarisatie toegevoegde waarde mag worden verwacht.


X Noot
1

Telegraaf, «Albayrak kan bij vertrek tonnen claimen», pagina 1 en 7, 18 januari 2012.

X Noot
2

Kamerstukken II 2011/12, 33 042, nrs. 1–3.

X Noot
3

Aanhangsel Handelingen II 2011/12, nrs. 37, 38, 887.

Naar boven