Vragen van de leden Holtackers en Omtzigt (beiden CDA) aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Veiligheid en Justitie over het artikel «Inspectie dreigt met exploitatieverbod Odfjell» (ingezonden 26 januari 2012).

Antwoord van staatssecretaris Atsma (Infrastructuur en Milieu), mede namens de minister van Veiligheid en Justitie en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 10 februari 2012).

I.v.m. een correctie in de tekst.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Inspectie dreigt met exploitatieverbod Odfjell»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat er gedreigd is met een exploitatieverbod als de situatie niet snel zou verbeteren? Hoe verhoudt dit zich tot de reactie van Odfjell, waarin op 28 december 2011 trots gemeld werd dat alle verbeterpunten naar aanleiding van de bevindingen van de arbeidsinspectie waren afgerond?2

Antwoord 2

Ja, er is op 11 november 2011 door de Inspectie SZW een kennisgeving last onder dwangsom exploitatieverbod gedaan op het bedrijven van een dampverwerkingsinstallatie (DVS1) aangezien er sprake was van explosiegevaar. Dit was voor Odfjell aanleiding om onmiddellijk noodzakelijke maatregelen te treffen door DVS 1 uit bedrijf te nemen en te ontmantelen. Het exploitatieverbod is daarom niet doorgevoerd.

Het persbericht van Odfjell op 28 december 2011 is voor rekening van het bedrijf. Op 31 december 2011 is door de Inspectie SZW vastgesteld dat Odfjell niet volledig voldeed aan de eisen die door de Inspectie SZW op 24 december 2011 zijn gesteld.

De eisen hadden onder andere betrekking op het uitvoeren van risicobeoordelingen van geïdentificeerde gevaren en het naar een acceptabel niveau brengen van beoordeelde onacceptabele risico’s.

Vraag 3 en 5

Welke inspecties zijn de afgelopen 10 jaar door het bevoegd gezag uitgevoerd (ondere andere de Inspectie Leefomgeving en Transport en haar rechtsvoorgangers, arbeidsinspectie, Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond (DCMR) en de provincie) en welke overtredingen van vergunningen en wetten zijn daarbij geconstateerd? Welke maatregelen en sancties zijn naar aanleiding daarvan opgelegd?

Kunt u een overzicht geven van alle boetes, waarschuwingen en andere maatregelen die in de afgelopen 10 jaar door het bevoegd gezag aan Odfjell zijn opgelegd?

Antwoord 3 en 5

De volgende gegevens zijn mij op dit moment bekend.

Uit inspectiegegevens van de betrokken diensten blijkt dat vanaf 2003 door de Arbeidsinspectie, de DCMR en de brandweer bij jaarlijkse BRZO-controles gezamenlijk 64 overtredingen zijn geconstateerd. Die hebben geleid tot 31 handhavingacties van de DCMR en de brandweer en 55 van de Arbeidsinspectie. Van deze 55 akties van de Arbeidsinspecties betrof het in 15 gevallen een waarschuwing en in 40 gevallen werden maatregelen geëist.

Verder heeft twee maal een stillegging plaatsgevonden en is zeven maal proces verbaal opgemaakt. Twee maal is een veroordeling uitgesproken door de rechtbank.

Daarnaast heeft de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) in 2005, 2008, 2009, 2010 en 2011 bedrijfsinspecties en objectinspecties uitgevoerd en in 2008, 2010 en 2011 overtredingen geconstateerd van de Wet Vervoer Gevaarlijke Stoffen.

Daarvoor is drie keer een proces verbaal opgemaakt en in één geval is de belading van binnenvaartschip stil gezet. De overige overtredingen zijn afgehandeld met waarschuwingen richting Odfjell.

Bij een controle door de voorganger van ILT in 2011 is in het kader van het Besluit externe veiligheid buisleidingen een overtreding geconstateerd waarvoor een voornemen tot last onder dwangsom is opgelegd.

Bij een in 2008 uitgevoerde EVOA-controle heeft de voorganger van ILT geen overtredingen vastgesteld.

Vraag 4

Van welke gevaarlijke stoffen (zoals benzeen, butaan en styreen) is bekend dat zij gelekt zijn vanuit Odfjell in die periode en in welke hoeveelheden op welk moment?

Antwoord 4

Styreenlekkages zijn door DCMR niet geconstateerd. In 2003 is door DCMR een lekkage van 300 ton benzeen geconstateerd als gevolg van een ontbrekende leiding. In augustus 2011 heeft een lekkage van 200 ton butaan plaats gevonden. Dat is eind 2011 aan DCMR gemeld.

ILT heeft aangegeven dat vanuit Odfjell en naar Odfjell ketelwagens rijden met gevaarlijke stoffen. Deze ketelwagens worden geladen en gelost op het bedrijfsterrein met onder andere Etanol, Metanol en Styreen. Het bedrijf meldt op grond van wet en regelgeving aan de ILT als er voor het beladen of lossen druppellekkages worden ontdekt bij ketelwagens van genoemde gevaarlijke stoffen. Deze stoffen komen in die gevallen in zeer kleine hoeveelheden vrij. In één geval is niet correct gemeld en daarvoor is proces verbaal opgemaakt.

Vraag 6

Klopt het dat op 17 januari 2012 de meetwaarde op het meetstation Maasluis van DCMR met 22 μg/m3 de norm (5 μg/m3) wederom ver overschreed? Is de oorzaak daarvan gevonden?3

Antwoord 6

De genoemde normoverschrijding is niet vastgesteld. De meting betreft een langere tijdsspanne, waardoor een korte piekbelasting beperkte invloed heeft.

De bron van de piekemissies is nog niet vastgesteld. Dit soort pieken doet zich regelmatig voor. De DCMR heeft het onderzoek hiernaar geïntensiveerd. In dit kader zijn ook de verhoogde benzeenemissies van Odfjell in de zomer van 2011 onderzocht. Er kan echter geen eenduidig verband worden gelegd tussen deze pieken en activiteiten bij Odfjell.

Vraag 7

Bent u bereid naar aanleiding van de nieuwe feiten sinds november, zoals deze bijvoorbeeld door de arbeidsinspectie zijn geconstateerd, te rapporteren wat de stand van zaken in het strafrechtelijk onderzoek is en bent u bereid een diepgaander onderzoek in te stellen?4

Antwoord 7

Het Openbaar Ministerie heeft meegedeeld dat het strafrechtelijk onderzoek nog gaande is. Lopende dit onderzoek kunnen daarover geen mededelingen worden gedaan.

Verder verwijs ik naar mijn beantwoording van vragen hierover van de heer De Mos in november 2011 (TK 2011–2012, Aanhangsel Handelingen, nr. 723): ik ben nog steeds van mening dat er geen aanleiding is om ander, diepgaand onderzoek te verrichten naast de monitoring van de luchtkwaliteit, het optreden van de inspecties en het strafrechtelijk onderzoek.

Vraag 8

Kunt u deze vragen beantwoorden voor het algemeen overleg Risicobeleid d.d. 2 februari 2012?

Antwoord 8

Aangezien u dit onderwerp niet op de agenda van het algemeen overleg van 2 februari 2012 heeft gehouden, voldoe ik aan uw algemene verzoek om binnen drie weken te antwoorden.


X Noot
1

http://www.rijnmond.nl/nieuws, 2 januari jl.

X Noot
4

Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, Aanhangsel van de Handelingen, nr. 723.

Naar boven