Vragen van het lid Van der Steur (VVD) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de ongelijke behandeling van ouders die zich niet houden aan de omgangsregeling (ingezonden 19 januari 2012).

Mededeling van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 9 februari 2012).

Vraag 1

Bent u bekend met artikel 279 van het Wet boek van Strafrecht (Sr)?

Vraag 2

Bent u op de hoogte van het feit dat er bij de nakoming van omgangsregelingen een (rechts-)ongelijkheid bestaat tussen de ouder die de zorg verleent en de ouder die de reguliere zorg niet op zich heeft genomen?

Vraag 3

Herkent u zich in het beeld dat de ouder die de zorg niet heeft strafrechtelijk vervolgd kan worden en kan rekenen op inmenging van de politie als hij/zij zich niet houdt aan de omgangsregeling, bijvoorbeeld als hij/zij het kind niet tijdig terugbrengt? Herkent u zich dan ook in het beeld dat de ouder die de zorg regulier heeft en weigert aan de omgangsregeling te voldoen (bijvoorbeeld door te weigeren het kind naar de andere ouder te laten gaan) niet strafrechtelijk kan worden aangesproken?

Vraag 4

Herkent u zich in het feit dat veel ouders tegen deze rechtsongelijkheid aanlopen? Zo ja, bent u bereid deze ongelijkheid weg te nemen, bijvoorbeeld door de werking van artikel 279 Sr ook voor het andere geval gelijk te trekken? Zo ja, wanneer? Zo nee, waarom niet?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van der Steur (VVD) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de ongelijke behandeling van ouders die zich niet houden aan de omgangsregeling (ingezonden 19 januari 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven