Vragen van de leden Thieme en Ouwehand (beiden Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris
van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over de 28 in beslag genomen pony’s in
Elkenrade (ingezonden 22 december 2011).
Antwoord van staatssecretaris Bleker (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) (ontvangen
7 februari 2012).
Vraag 1
Hebt u de beelden gezien die «Vandaag de dag» heeft gemaakt van één van de in beslag
genomen pony’s die Stichting Paard in Nood onder haar hoede heeft genomen, nadat het
dier voor verkoop was vrijgegeven door Dienst Regelingen?1
Vraag 2 en 3
Wat vindt u ervan dat een in beslag genomen pony, na vier weken te zijn verzorgd op
een door aangewezen opvangadres, onder de aangekoekte mest bleek te zitten en zelfs
een ontsteking had aan de achterhand? Vindt u dit een voorbeeld van goede verzorging
van pony’s? Kunt u uw antwoord toelichten?
Kunt u uitleggen hoe het mogelijk is dat één van de in beslag genomen pony’s dankzij
de zorg van Stichting Paard in Nood binnen drie dagen enorm is opgeknapt en dit bij
het tijdelijke opvangadres, onder uw verantwoordelijkheid niet gelukt is, terwijl
de pony daar vier weken heeft gestaan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2 en 3
De dieren waren extreem vermoeid toen ze bij de opvang aankwamen. Op aanraden van
de dierenarts is ervoor gekozen de paarden vooral rust te geven.
De huisvesting en voeding van de paarden en pony’s zijn goed geweest. De eerste periode
is gezorgd voor noodzakelijke medische hulp, een goed strobed, rust en aangepaste
voeding. De niet direct noodzakelijke verzorging zou in een later stadium plaatsvinden.
Dit om de paarden zo goed mogelijk te laten herstellen en zo veel mogelijk te ontlasten.
In dit geval heeft een eerdere eigenaar van deze pony zich gemeld. Dienst Regelingen
heeft voor de overdracht richting laatstgenoemde aangegeven dat de pony nog aan het
herstellen was van de situatie waaruit deze gehaald was. Ook is aangegeven dat dit
herstel tijd nodig heeft. Daarnaast is aangegeven dat het dier nog viezigheid in de
vacht had. Door het jaargetijde is er niet voor gekozen het dier te scheren. Het was
verstandiger geweest om te wachten met de overdracht tot het dier ook de niet direct
noodzakelijke zorg gekregen had.
Het is voor mij op basis van dit videomateriaal lastig vast te stellen welke vooruitgang
de pony bij de nieuwe eigenaar heeft gemaakt.
Vraag 4
Hoe kan het dat verwaarloosde dieren, na inbeslagname, de benodigde zorg niet krijgen
op het opvangadres, terwijl u eerder heeft aangegeven dat opvangplaatsen voor in beslag
genomen dieren onderworpen zijn aan strenge controles?
Antwoord 4
De opvangadressen zijn gecontroleerd en goed bevonden. In de overeenkomst is vastgelegd
aan welke eisen de opslaghouder moet voldoen. In dit specifieke geval is een aantal
punten ten aanzien van de verzorging nog niet gedaan, omwille van de rust die de pony
nodig had.
Vraag 5
Is het waar dat één van de in beslag genomen pony’s op het opvang-adres is overleden?
Zo ja, kunt u uiteenzetten wat de oorzaak is van het overlijden van deze pony? Hoe
was de situatie van dit dier op het moment dat het in beslag werd genomen? Is er een
dierenarts geconsulteerd? Welke zorg heeft de pony op het tijdelijke opvangadres gekregen?
Antwoord 5
Ja, er is inderdaad één pony overleden. Gezien de leeftijd en de situatie waaruit
hij is gehaald is dit niet verwonderlijk. De pony heeft alle nodige zorg ontvangen.
De dierenarts heeft aangegeven dat de pony door een hartstilstand is overleden.
Vraag 6 en 7
Kunt u uiteenzetten hoe vaak, op welke manier en door welke personen met welke competenties
tijdelijke opvangplaatsen worden gecontroleerd voordat er dieren worden ondergebracht
en nadat er dieren zijn geplaatst? Hoe wordt omgegaan met opvangplaatsen die niet
aan de wettelijke verplichtingen blijken te voldoen?
Deelt u de mening dat de controles op (tijdelijke) opvangadressen aangescherpt moeten
worden, zodat verwaarloosde dieren na inbeslagname niet in exact dezelfde situatie
terecht komen als waaruit ze zijn weggehaald? Zo ja, hoe wilt u dit gaan doen? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 6 en 7
Nee, ik deel de mening niet dat de controles aangescherpt moeten worden.
Jaarlijks worden alle opvangplaatsen landbouwhuisdieren en paarden door de NVWA gecontroleerd.
Ook medewerkers van DR gaan regelmatig bij de opvangplaatsen langs om te beoordelen
of de dieren de benodigde verzorging krijgen.
Indien blijkt dat bepaalde opvangplaatsen niet aan de wettelijke verplichtingen voldoen
dan zal een termijn worden gegeven om de tekortkomingen te herstellen. Door middel
van een controlebezoek kan worden vastgesteld of de opvanglocatie weer aan de wettelijke
eisen voldoet. Indien blijkt dat niet aan de wettelijke eisen wordt voldaan, wordt
de overeenkomst ontbonden.