Vragen van de leden Kortenoeven en Wilders (beiden PVV) aan de minister van Buitenlandse Zaken over het in Saoedi-Arabische schoolboeken zaaien van haat en aanzetten tot geweld tegen Joden, christenen, «ongelovigen» en geloofsafvalligen (ingezonden 12 december 2011).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 3 februari 2012).

Vraag 1

Hoe beoordeelt u het rapport van het Middle East Media Research Institute (MEMRI) getiteld «Saudi Textbook: The Enmity between the Muslims and the Jews Is Everlasting»1; het rapport van het Hudson Institute getiteld «Ten years on – Saudi Arabia’s Textbooks Still Promote Religious Violence»2; het hoofdstuk over Saoedi-Arabië in het laatste rapport (2011) van de United States Commission on International Religious Freedom3 en het nieuwsartikel «Saudis export anti-Christian and anti-Jewish textbooks across the world: report»?4

Antwoord 1

De publicaties bevestigen een zorgelijk beeld van godsdienstvrijheid in Saoedi-Arabië.

Vraag 2

Op welke religieuze en/of ideologische uitgangspunten is het zaaien van haat en het aanzetten tot geweld tegen Joden, christenen, «ongelovigen» en geloofsafvalligen in Saoedi-Arabische schoolboeken gebaseerd en kunnen die uitgangspunten naar uw mening worden gedeactiveerd of weggenomen? Zo ja, hoe kan dat door u worden bevorderd?

Antwoord 2

In de boeken wordt verwezen naar enkele laat Middeleeuwse islamitische geleerden. Nederland wijst zowel bilateraal als middels de EU

Saoedi-Arabië bij herhaling op de door haar aangegane internationaalrechtelijke verplichtingen die haaks staan op deze uitgangspunten.

Vraag 3

Is het Saoedische curriculum op enig punt strijdig met internationale verplichtingen van Saoedi-Arabië?

Antwoord 3

Mede naar aanleiding van internationale zorgen werkt de Saoedische overheid aan verbetering van het onderwijssysteem. Op aanwijzing van de koning wordt in Saoedi-Arabië de laatste jaren meer aandacht besteed aan tolerantie en interreligieuze dialoog binnen het onderwijs. In 2007 is de Saoedische regering gestart met een meerjarig project m.b.t. de revisie van leerboeken, curricula en onderwijsmethoden om tolerantie te bevorderen en beledigende inhoud t.a.v. andere religies te verwijderen. De implementatie hiervan is echter nog niet afgerond.

Vraag 4

Welke maatregelen worden er genomen om te voorkomen dat haat en geweld predikende onderdelen van het Saoedische curriculum naar mohammedaanse gemeenschappen in Nederland worden geëxporteerd?

Antwoord 4

Nederlandse kinderen volgen onderwijs binnen het Nederlandse onderwijsstelsel.

Vraag 5

Wat heeft Nederland tot nu toe in bilateraal opzicht en in internationale organisaties ondernomen en wat gaat u thans ondernemen om de Saoedische regering ertoe te bewegen het curriculum te laten zuiveren van het zaaien van haat en het aanzetten tot geweld tegen Joden, christenen, «ongelovigen» en geloofsafvalligen? En wat was het resultaat van eventuele eerdere demarches van uw kant?

Antwoord 5

Nederland roept de Saoedische overheid bilateraal, in EU- en in VN-verband op tot het respecteren van de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van godsdienst. Verder heeft Nederland in het verleden een constructieve bijdrage geleverd aan de VN «Universal Periodic Review» van Saoedi-Arabië, waarin onder andere de discriminatie van religieuze minderheden aan de orde is gesteld. Ook is een bezoek van de Mensenrechtenambassadeur aan Saoedi-Arabië gepland voor februari 2012 met als doel het voortzetten van de dialoog op het gebied van mensenrechten. Tijdens zijn bezoek zal de mensenrechtenambassadeur aandacht vragen voor godsdienstvrijheid en vrijheid van meningsuiting.

Vraag 6

Wilt u deze vragen voor de gewenste duidelijkheid ieder afzonderlijk beantwoorden?

Antwoord 6

Ja.

Naar boven