Vragen van de leden Hernandez en Kortenoeven (beiden PVV) aan de ministers van Defensie en van Buitenlandse Zaken over het Turkse raketprogramma (ingezonden 25 januari 2012).

Antwoord van minister Hillen (Defensie), mede namens de minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 3 februari 2012).

Vraag 1

Is het waar dat het Turkse leger nog dit jaar een in eigen land ontwikkelde ballistische langeafstandsraket met een afstand van 1 500 km ter beschikking krijgt en in 2014 de ontwikkeling van een ballistische langeafstandsraket met een bereik van 2 500 km afrondt?1

Antwoord 1

Mij is daarover niets bekend en evenmin heb ik daar enige vorm van bevestiging van kunnen krijgen.

Vraag 2

Deelt u de mening dat dergelijke unilaterale raketprogramma’s niet passen binnen de filosofie van het NAVO-bondgenootschap? Zo nee, kunt u dan aangeven hoe Turkse langeafstandsraketten, die met biologische, chemische of nucleaire wapens kunnen worden uitgerust, passen binnen het nieuwe strategisch concept van de NAVO?

Antwoord 2

In het licht van het antwoord op vraag 1 is deze kwestie niet aan de orde.

Vraag 3

Deelt u de mening dat ballistische langeafstandsraketten uitsluitend dienen voor het overbrengen van niet-conventionele ladingen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Ballistische middellange afstandsraketten, ook wel langeafstandsraketten genoemd, kunnen zowel met conventionele als niet-conventionele ladingen worden uitgerust.

Vraag 4

Kunt u aangeven of deze verwerving een schending is van het non-proliferatieverdrag?

Antwoord 4

In het licht van het antwoord op vraag 1 is deze kwestie niet aan de orde. Het non-proliferatieverdrag bevat overigens geen verbod op het verwerven van overbrengingsmiddelen.

Vraag 5

In hoeverre is het Turkse raketprogramma volgens u een signaal dat Turkije zich afwendt van de transatlantische militaire samenwerking binnen de NAVO?

Antwoord 5

Er is mij geen informatie bekend over een Turks raketprogramma. Turkije is wel betrokken bij het raketverdedigingsprogramma van de NAVO door sensoren en onderscheppingssystemen van bondgenoten op zijn grondgebied toe te laten.

Vraag 6

Bent u bereid het bovenstaande op de eerstvolgende NAVO Defensie ministeriële aan de orde te stellen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Nee, daartoe zie ik in het licht van het antwoord op vraag 1 geen aanleiding.

Vraag 7

Kunt u deze vragen ieder afzonderlijk en nog voor het algemeen overleg NAVO Defensie ministeriële van 31 januari a.s. beantwoorden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

Ja.

Naar boven