Vragen van het lid Çelik (PvdA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
over examinering op de Antillen van leerlingen in het voortgezet onderwijs (ingezonden
24 januari 2012).
Antwoord van minister Bijsterveldt-Vliegenthart (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap)
(ontvangen 1 februari 2012).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van mogelijke problemen op het Vespucci College op Curaçao als
gevolg van verplichte examinering vanaf komend jaar (schooljaar 2011–2012) op Bonaire?
Antwoord 1
Mij is bekend dat het Vespucci College denkt in de toekomst minder leerlingen te krijgen
omdat de opleiding niet kan worden afgesloten met een op Curaçao afgelegd Nederlands
examen en diplomering op grond van de Wet op het voortgezet onderwijs.
Er is overigens geen sprake van een verplichting voor de leerlingen van het Vespucci
College om examen te doen op Bonaire. Wel is het voor deze leerlingen een mogelijkheid
om een diploma in het voortgezet onderwijs te halen op grond van Nederlandse wetgeving.
Bekend is verder dat het bestuur van het Vespucci College liever wil dat Nederlandse
staatsexamens ook op Curaçao kunnen worden afgenomen, maar de wetgeving verzet zich
hier tegen. Dit laat onverlet dat scholen op Curaçao wel onderwijs mogen inrichten
naar het Nederlandse model en niveaus.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de situatie waarin er gevreesd wordt dat het Vespucci College vanwege
de examenregeling met examens op Bonaire leerlingen zal verliezen en daarmee onder
het minimum aantal leerlingen dreigt te raken?
Antwoord 2
Het Vespucci College is een particuliere (niet door de overheid bekostigde) school
en bepaalt zelf haar bestaansrecht.
Overigens ben ik van mening dat de optie om examens te doen op Bonaire zodanig laagdrempelig
is, dat dit geen reden kan zijn voor ouders om de school vanaf nu links te laten liggen.
Vraag 3
Deelt u de zorgen dat de huidige regeling de school in zijn bestaansrecht kan aantasten,
onder andere vanuit een daardoor gebrekkige financiële situatie?
Antwoord 3
Zie mijn antwoord op vraag 2.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het een buitenproportionele en daarmee drempelverhogende maatregel
is als leerlingen geen examen kunnen doen op Curaçao en Aruba maar alleen op Bonaire?
Zo ja, wat gaat u hier concreet aan doen?
Antwoord 4
Op verzoek van uw Kamer heb ik vorig jaar advies gevraagd aan de Raad van State.
Het advies is u op 26 januari 2012 toegestuurd en luidt kortheidshalve: alleen via
een rijkswet is het mogelijk examinering op grond van de Nederlandse wetgeving op
Curaçao, Aruba of Sint Maarten te laten plaatsvinden en dit lijkt de Raad een zware
weg voor de kleine doelgroep.
Gebruik maken van de mogelijkheid staatsexamen te doen op Bonaire is dan de meest
praktische oplossing. Het gaat hierbij derhalve niet om een maatregel, maar om een
mogelijkheid.
Vraag 5
Welke mogelijkheden heeft u en tot welke inzet bent u bereid om ervoor te zorgen dat
leerlingen zo snel mogelijk in de gelegenheid worden gesteld om op Curaçao examen
te doen zodat daarmee ook het Nederlandstalig voortgezet onderwijs op de Antillen
behouden kan worden?
Antwoord 5
Zie mijn antwoord op vraag 4.
Verder zijn voor de leerlingen op de voormalige eilanden van de Nederlandse Antillen
die op Bonaire staatsexamen willen afleggen en in het bijzonder de leerlingen van
het Vespucci College door het College voor Examens al uitzonderingen gemaakt om nachtelijke
examens te voorkomen en wordt een voorziening geboden bij terugkeer naar Nederland
(niet zijnde een vakantie) tijdens de examenperiode.
Overigens wordt er op Curaçao ook buiten het Vespucci College Nederlandstalig onderwijs
aangeboden. De Raad van State geeft dan ook aan dat voor deze kandidaten de weg open
staat naar een examen in Curaçao (op grond van de Curaçaose wetgeving), waarbij de
diploma's – mits niet te zeer afgeweken wordt van de profielstructuur in het Nederlandse
onderwijs – dezelfde doorstroom mogelijkheden bieden als Nederlandse diploma's.
Vraag 6
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het algemeen overleg BES (onderdeel onderwijs) op
6 februari a.s.?