Vragen van het lid Gerbrands (PVV) aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over het bericht dat vis niet meer kan leven in het IJsselmeer (ingezonden 1 december 2011).

Antwoord van staatssecretaris Bleker (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie), mede namens de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (ontvangen 1 februari 2012) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 1053.

Vraag 1

Bent u bekent met het artikel «Vis kan niet meer leven in het IJsselmeer»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Waar baseren onderzoeksinstituut IMARES en de overheid hun fosfaatstandpunt op als IMARES geen onderzoeken doet naar oorzaken en gevolgen?

Antwoord 2

Uit waarnemingen van landelijke en regionale meetnetten is geconstateerd dat de fosfaatbelasting en de fosfaatgehalten in het IJsselmeer de laatste 20 jaar zijn afgenomen als gevolg van maatregelen in het Rijnstroomgebied. Het doel van de vermindering van de fosfaatbelasting is de verbetering van de waterkwaliteit. De waterkwaliteit is dan ook sterk verbeterd, zij het dat de fosfaatgehalten nog steeds te hoog zijn in het licht van de Europese Kaderrichtlijn Water. Fosfaten bevorderen eutrofiëring; zij bemesten het water. Dit heeft invloed op het ecosysteem, dus ook de aard van de visbestanden. Mede onder verwijzing naar vraag 4, er wordt onderzoek uitgevoerd naar ook de rol van fosfaten op het ecosysteem. De vermindering van de fosfaatbelasting beïnvloedt de productiviteit van het IJsselmeer, maar een goede waterkwaliteit is met name ook van belang voor drink- en landbouwwatervoorziening, recreatie en natuur.

Vraag 3

Deelt u de mening dat vissers die dagelijks op het water zijn en hun brood met vissen verdienen een beter beeld op de visstand hebben dan de IMARES biologen die eens in de zoveel tijd monitoren?

Antwoord 3

De bevindingen van vissers zijn waardevol en de praktijkervaringen dragen bij aan de wetenschappelijke onderzoeksgegevens van bijvoorbeeld het instituut Imares. Ten behoeve van het op elkaar afstemmen van de ervaringen en gegevens zijn in de zeevisserij meerjarige onderzoekssamenwerkingsprojecten opgezet die zonder meer tot een verbeterd onderling begrip hebben geleid. Ook in het project «Kenniskringen» zijn er specifiek op de binnenvisserij gerichte activiteiten waarbij onderzoekers en vissers hun kennis inbrengen en delen.

Vraag 4

Deelt u de mening dat een eerder door de fractie van de PVV voorgestelde test met fosfaten in het water duidelijkheid kan geven over de effecten van fosfaten op de visstand?

De eerder door de PVV voorgestelde test met fosfaten had betrekking op de Noordzee en niet op de zoete binnenwateren. Deze kunnen niet aan elkaar gelijkgesteld worden. Voor wat betreft de binnenwateren en zeker ook het IJsselmeer heeft Nederland zich verplicht tot het behalen van een goede waterkwaliteit. Als onder vraag 2 gesteld behoeft deze nog verdere verbetering. Het toevoegen van fosfaat verhoudt zich niet met deze doelstelling. Er wordt reeds onderzoek uitgevoerd om de kennis van ecosystemen te vergroten; de rol van fosfaten wordt hierbij betrokken.

Vraag 5

Bent u bereid om in het belang van de visstand en de visserij een dergelijke fosfaattest alsnog uit te voeren?

Antwoord 5

In het licht van bovenstaande ben ik niet voornemens een onderzoek naar de effecten van fosfaattoediening op het IJsselmeer uit te voeren of te financieren.

Naar boven