Vragen van de leden Kooiman en Leijten (beiden SP) aan de ministers van Veiligheid en Justitie en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de gevolgen van de bezuinigingen op de GGZ voor de politie (ingezonden 5 januari 2012).

Mededeling van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie), mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 26 januari 2012).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht dat 20 tot 30 procent van het politiewerk gerelateerd is aan de geestelijke gezondheidszorg (GGZ)?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat het een zorgelijke ontwikkeling is dat een hoofdcommissaris van politie moet waarschuwen voor meer overlast en criminaliteit door de bezuinigingen op de GGZ en het invoeren van een eigen bijdrage? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 3

Hoeveel waarschuwingen van professionals, zoals de politie, de zorgverleners in de GGZ, huisartsen en de verslavingszorg moet u nog krijgen, voordat u besluit geen 600 mln. euro te bezuinigen en geen eigen bijdragen in de GGZ te heffen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 4

Op welke wijze gaat u een toename van GGZ-gerelateerde overlast en criminaliteit voorkomen?

Vraag 5

Bent u bereid vanaf nu structureel bij te houden hoeveel gevallen van overlast en/of criminaliteit te maken hebben met GGZ-problematiek? Kunt u uw antwoord toelichten?

Mededeling

Hierbij bericht ik u, mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, dat de schriftelijke vragen van de leden kooiman en Leijten (beiden SP) over de gevolgen van de bezuinigingen op de GGZ voor de politie (ingezonden 5 januari 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven