Vragen van het lid Peters (GroenLinks) aan de ministers van Buitenlandse zaken en van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over de fact-finding van NCH naar Birma (ingezonden 9 november 2011).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken), mede namens de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (ontvangen 20 januari 2012) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 805.

Vraag 1

Bent u ervan op de hoogte dat van 11–15 december a.s. een «oriënterende fact-finding missie» zal plaatsvinden naar Birma, georganiseerd door het Nederlands Centrum voor Handelsbevordering (NCH)?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe staat het met het ontmoedigingsbeleid van de overheid voor Nederlandse bedrijven om handel te drijven met Birma en Birmese bedrijven en om activiteiten te ontplooien in Birma?2 Hoe rijmt dit beleid met de handelsmissie van het NCH?

Antwoord 2

In het Nederlandse beleid ten aanzien van Birma zijn de EU-sancties leidend. Deze zijn gericht op de leden van het regime en hun inkomsten uit de houtsector en de edelmetalen- en edelstenensector. Daarnaast wijst de Nederlandse overheid bedrijven op het belang van maatschappelijk verantwoord ondernemen. De OESO Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen vormen hierbij het uitgangspunt.

Dit houdt in dat de Nederlandse regering bedrijven informeert over de situatie in Birma, wijst op hun verantwoordelijkheden in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) en hen oproept, naast inachtneming van de sancties, geen activiteiten te ontplooien die voor het Birmese regime inkomsten genereren. Bedrijven komen bovendien niet in aanmerking voor (financiële) overheidssteun voor hun activiteiten gericht op Birma.

De fact-finding missie is een privaat initiatief van het NCH. In contacten met het NCH heeft de Nederlandse overheid het Nederlandse beleid ten aanzien van zaken doen in Birma toegelicht.

Overigens is in Birma sinds het aantreden van de nieuwe regering eind maart vorig jaar een voorzichtig politiek en economisch hervormingsproces ingezet.

Vraag 3

Nu op de website van het NCH staat dat deze missie een vervolg is op de succesvolle NCH bijeenkomst over Birma op 6 juni 2011, kunt u aangeven welke bedrijven hier bij aanwezig waren en in welke sectoren zij actief zijn?

Antwoord 3

Van het NCH is vernomen dat aan de bijeenkomst op 6 juni 2011 bedrijven hebben deelgenomen uit sectoren agro-en voedingsmiddelen, scheepsbouw-baggeren, financiering en hout.

Vraag 4

Is er tijdens deze bijeenkomst ook aandacht gevraagd voor de specifieke keerzijdes van handel met en investeringen in Birma, waar Nederlandse bedrijven ongewild mee te maken kunnen krijgen (dwangarbeid, kinderarbeid, corruptie, steun aan een regime en leger dat nog altijd verantwoordelijk kan worden gehouden voor grote misstanden – humanitair, politiek, sociaal-economisch)?

Antwoord 4

Het NCH heeft laten weten dat deze onderwerpen aan de orde zijn geweest. Voorts heeft het NCH tijdens de bijeenkomst het belang van maatschappelijk verantwoord ondernemen in Birma benadrukt.

Vraag 5

Hebben relevante maatschappelijke stakeholders, waaronder vakbewegingen en Birmese NGO’s, gelegenheid gehad om op deze bijeenkomst te spreken?

Antwoord 5

Het NCH heeft laten weten dat maatschappelijke organisaties tijdens de bijeenkomst niet aanwezig zijn geweest. Wel heeft het NCH separaat met het Birma Centrum Nederland gesproken.

Vraag 6

Zal er voorafgaand aan de fact-finding missie met de bedrijven die mee gaan naar Birma worden gecommuniceerd over de internationale aspecten op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) van handel met en investeringen in Birma, om te bevorderen dat zulke activiteiten bijdragen aan implementatie van de Ruggie Principles van de VN en OESO-richtlijnen? Zo ja, bent u bereid relevante maatschappelijke en sociale actoren, zoals de vakbeweging, daarbij te betrekken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

De invulling van de communicatie in het kader van de voorbereiding op de missie is een verantwoordelijkheid van het NCH. In contacten met het NCH is uitvoerig ingegaan op de situatie in Birma en op het Nederlandse beleid ten aanzien van zaken doen in Birma. De overheid verwacht van ieder bedrijf dat het maatschappelijk verantwoord onderneemt, in binnen- en buitenland. Bedrijven zijn zelf verantwoordelijk voor hun keuzes en voor het verkrijgen van maatschappelijke acceptatie voor hun beleid, door transparantie te betrachten en desgevraagd bereid te zijn een open dialoog aan te gaan met belanghebbenden. In dit kader is in contacten met het NCH tevens het belang benadrukt van het betrekken van relevante maatschappelijke en sociale actoren bij activiteiten met betrekking tot Birma, zoals deze missie.

Vraag 7

Bent u bereid te bevorderen dat er tijdens het programma van de fact-finding missie in Birma voldoende ruimte wordt gemaakt voor dialoog tussen deelnemende bedrijven en relevante, breed onder de bevolking gesteunde Birmese stakeholders, waaronder de National League for Democracy (NLD), (kritische) oppositiepartijen in het huidige parlement van Birma, zoals de National Democratic Force (NDF) en politieke partijen gelieerd aan etnische minderheden, vertegenwoordigers van etnische minderheden, maatschappelijke organisaties en de onafhankelijke Birmese vakbeweging (FTUB)? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

Het is aan het NCH om de modaliteiten van het programma voor de missie in te vullen. In contacten met het NCH is op verschillende momenten aandacht gevraagd voor een gebalanceerd programma van de fact-finding missie naar Birma, waarbij het belang van aandacht voor maatschappelijk verantwoord ondernemen steeds is benadrukt.

Vraag 8

Bent u bereid het NCH te vragen naar de wijze waarop de handelsmissie conform de Ruggie Principles van de VN en OESO -richtlijnen heeft gehandeld en publiek verslag te doen van de fact-finding missie?

Antwoord 8

Nee. Deze missie is een privaat initiatief van het NCH. De verantwoordelijkheid voor de missie, inclusief evaluatie en verslaglegging, is een zaak van het NCH.


X Noot
1

http://handelsbevordering.nl/activiteiten/1/5/554.

Naar boven