Vragen van de leden Omtzigt en Van Bochove (beiden CDA) aan de staatssecretaris van Financiën over de erfbelasting over een niet verkochte woning (ingezonden 23 december 2011).

Mededeling van staatssecretaris Weekers (Financiën) (ontvangen 18 januari 2012).

Vraag 1

Bent u bekend met de signalen uit de praktijk dat veel belastingplichtigen problemen hebben om de erfbelasting te betalen als de nalatenschap uit een woning bestaat en deze woning niet snel genoeg verkocht kan worden, nu de verkooptijd van koopwoningen is opgelopen tot 23 maanden?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat het ongewenst is dat erfgenamen een nalatenschap met een positieve waarde zouden moeten verwerpen, omdat zij de erfbelasting over de nalatenschap niet op tijd zouden kunnen betalen?

Vraag 3

Deelt u de mening dat, als de erfgenamen er alles aan gedaan hebben om de geërfde woning zo snel mogelijk te kunnen verkopen, maar dit vanwege de economische tijden op de woningmarkt nog niet gelukt is, de Belastingdienst zich soepel op zou moeten stellen bij het verlenen van uitstel van betaling of van een betalingsregeling?

Vraag 4

Bent u bereid de regeling voor uitstel van betaling voor het erven van de blote eigendom van een woning2 tijdelijk uit te breiden tot nalatenschappen die voor een groot deel bestaan uit een nog niet verkochte woning, al dan niet met hypotheek bezwaard, als de belastingplichtige over onvoldoende andere middelen beschikt om de erfbelasting te kunnen betalen?

Mededeling

Hierbij verzoek ik u uitstel te verlenen tot 27 januari 2012 voor de beantwoording van de vragen gesteld door de leden Omzigt en Van Bockhove (beiden CDA) over de erfbelasting over een niet gekochte woning.

De reden voor het uitstel is gelegen in de nodige afstemming met de Belastingdienst.


X Noot
2

Artikel 25, lid 20, Invorderingswet 1990.

Naar boven