Vragen van het lid Kooiman (SP) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het rapport politiekorps Limburg-Zuid (ingezonden 15 december 2011).

Mededeling van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 10 januari 2012).

Vraag 1

Kent u het rapport naar aanleiding van de visitatie van het politiekorps Limburg-Zuid, waarin stevige kritiek wordt geuit op het functioneren van dit korps? Bent u bereid dit rapport aan de Kamer te doen toekomen?1

Vraag 2

Wat is uw reactie op de bevindingen in het rapport? Deelt u de conclusies die weergegeven worden? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 3

Klopt het dat de korpsleiding de relatie met de burger niet op de eerste plaats stelt? Wat vindt u hiervan?

Vraag 4

Klopt het dat er sprake is van een geïsoleerde korpsleiding en een gesloten korps met een naar binnen gerichte cultuur? Klopt het dat het korps veel begint, maar weinig afmaakt? Wat betekent dit voor de kwaliteit van het te leveren politiewerk?

Vraag 5

Klopt het dat de korpschef zich in het rapport hardop afvraagt of het korps zich nog veel moet aantrekken van de ontevreden burger? Wat vindt u van een dergelijke uitspraak?

Vraag 6

Is, gezien de uitkomsten van dit rapport, deze korpschef volgens u wel geschikt als kwartiermaker voor de nieuw te vormen regionale eenheid Limburg? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 7

Is er ook een visitatie gedaan van het korps Limburg-Noord? Wat waren daarvan de uitkomsten?

Vraag 8

Waarom is voor de functie van kwartiermaker gekozen voor de korpschef van Limburg-Zuid en niet die van Limburg-Noord?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Kooiman (SP) van uw Kamer aan de minister van Veiligheid en Justitie over het rapport politiekorps Limburg-Zuid (ingezonden 15 december) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven