Vragen van het lid Çörüz (CDA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over Sharia4Belgium (ingezonden 16 december 2011).

Mededeling van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 10 januari 2012).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de artikelen «Radicalen verstoren debat»1 en «Kalsjnikov gevonden bij Belgische fundamentalist»?2

Vraag 2

Zijn er in het verleden andere bijeenkomsten verstoord? Zo ja, welke? Welke maatregelen zijn er toen genomen?

Vraag 3

Biedt de Wet maatregelen Bestrijding voetbalvandalisme en Ernstige overlast en met name de bijzondere meldplicht en het gebiedsverbod mogelijkheden om dit soort gevallen in de toekomst te voorkomen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Biedt de ongewenstverklaring mogelijkheden om dit in de toekomst te voorkomen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Heeft u ook Sharia4Holland onder de loep genomen, nu blijkt dat bij één van de betrokkenen van de Belgische tak van deze organisatie een kalasjnikov is aangetroffen? Is daarbij de motie-Çörüz over het meewegen van signalen van radicalisering bij weigering van een wapenvergunning op grond van vrees voor misbruik in acht genomen?3

Vraag 6

Heeft u over dit feit en de verstoring van het debat contact gehad met de Belgische autoriteiten? Zo ja, wat zijn de resultaten hiervan?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Cörüz (CDA) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over Sharia4Belgium (ingezonden 16 december 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven