Vragen van het lid Helder (PVV) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht «Justitie slordig bij zedenzaken» (ingezonden 7 december 2011).

Mededeling van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 3 januari 2012).

Vraag 1

Kent u het bericht: «Justitie slordig bij zedenzaken»?1

Vraag 2

Klopt het dat slachtoffers van zedenmisdrijven niet of te laat worden geïnformeerd over de datum waarop de strafzaak tegen de verdachten wordt behandeld en niet of te laat worden ingelicht over het vonnis of de vrijlating van hun belager? Zo ja, wat gaat u daar aan doen?

Vraag 3

Klopt het dat slachtoffers vaak niet wordt verteld dat zij recht hebben op een advocaat en mogen aanwezig zijn bij het verhoor door de rechter-commissaris? Zo ja, wat gaat u daar aan doen?

Vraag 4

Deelt u de mening dat het belachelijk is dat aan al deze zaken bij verdachten wel aandacht wordt besteed en daar zelfs een zaak op stuk kan lopen, terwijl bij slachtoffers deze zaken blijkbaar van ondergeschikt belang zijn? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Deelt u de mening dat het onbegrijpelijk is dat rechters blijkbaar een cursus nodig hebben om te leren omgaan met slachtoffers terwijl dit gewoon een kwestie van fatsoen is?

Vraag 6

Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat, als een slachtoffer een advocaat heeft ingeschakeld voor bijstand, het zaakdossier ook daadwerkelijk op het eerste verzoek aan de betreffende advocaat wordt gegeven?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Helder (PVV) van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht «Justitie slordig bij zedenzaken» (ingezonden 7 december 2011) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

Telegraaf, 7 december 2011.

Naar boven