Vragen van het lid Timmermans (PvdA) aan de minister van Buitenlandse Zaken over een aanval van de Turkse luchtmacht, waardoor 35 burgers zijn omgekomen (ingezonden 30 december 2011).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 18 januari 2012).

Vraag 1

Kent u de berichten over een luchtaanval van de Turkse strijdkrachten, waarbij burgers werden aangezien voor PKK terroristen en 35 burgers zijn omgekomen?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hebben de Turkse autoriteiten meteen erkend een gruwelijke fout te hebben gemaakt? Zo ja, zullen zij deze erkenning ook laten volgen door compensatie voor de onschuldige slachtoffers en hun nabestaanden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

De Turkse regering heeft verklaard dat het bombardement op de burgers een trieste vergissing was. Zij heeft haar diepe spijt betuigd en heeft condoleances aangeboden aan de nabestaanden. Zij heeft toegezegd de nabestaanden te zullen compenseren. De Turkse regering heeft een diepgaand onderzoek aangekondigd.

Vraag 3

Deelt u de mening dat deze tragedie een ernstige terugslag is voor de pogingen van de Turkse regering om toenadering te zoeken tot de Koerdische bevolking van Turkije en juist de PKK, wier acties de laatste tijd steeds gewelddadiger zijn geworden, in de kaart speelt?

Antwoord 3

Dit bombardement waarbij 35 burgers omkwamen, schaadt de pogingen van de Turkse regering om te komen tot een oplossing van het Koerdisch vraagstuk.

Vraag 4

Zo ja, op welke wijze kan de EU bijdragen om de nu ontstane verwijdering niet alleen binnen de perken te houden, maar ook de toenadering weer gestalte te geven, nadat volledig rekenschap is gegeven van de gemaakte fouten?

Antwoord 4

Een politieke oplossing, waarbij de sociaaleconomische en culturele positie van de Koerdische minderheid in Turkije wordt verbeterd, is urgent. Het kabinet vraagt dan ook zowel bilateraal als via de EU aandacht voor een politieke oplossing van het Koerdisch vraagstuk.

Naar boven