Vragen van het lid Monasch (PvdA) aan de minister van Infrastructuur en Milieu over het bericht dat Veolia haar transportdivisie in de etalage zet (ingezonden 15 december 2011).

Antwoord van minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus (Infrastructuur en Milieu) (ontvangen 16 januari 2011).

Vraag 1

Kent u het bericht: «Frans waterbedrijf Veolia zet transportdivisie in de etalage»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is er sprake van dat Veolia haar transportdivisie inderdaad gaat verkopen? Zo ja, kunt u aangeven wat de gevolgen daarvan voor de activiteiten in Nederland zijn?

Antwoord 2

Anders dan de berichtgeving in de media is mij hierover niets bekend.

Vraag 3

Heeft een eventuele verkoop van de transportdivisie gevolgen voor de fusie/samenwerking met Connexxion?

Vraag 4

Welke risico’s lopen de reizigers en de personeelsleden bij de verkoop van de transportdivisie?

Antwoord 3 en 4

Gelet op het antwoord op vraag 2 kan ik hier slechts in algemene zin op

reageren, namelijk dat de rechten van reizigers en personeel wettelijk geborgd zijn. In het geval van een nieuwe eigenaar is deze verplicht de rechten en plichten van de vorige eigenaar over te nemen. Een nieuwe eigenaar hoeft niet te betekenen dat de concessie overgaat naar een nieuwe vervoerder als concessiehouder. Indien een concessie wel overgaat naar een andere vervoerder, betekent dat onder meer dat de concessie uitgevoerd moet worden en het tot de respectievelijke concessie herleidbare personeel bij de overgang van de concessie overgaat naar de nieuwe vervoerder.

Toezicht op de markt en op fusies is de bevoegdheid van de EU-commissie en de nationale mededingingsautoriteiten, die in bepaalde gevallen toestemming dienen te verlenen voor doorgang van een fusie.

Vraag 5

Deelt u de mening dat het aanmatigend is als een groot internationaal transportbedrijf eerst volop de discussie voert over het aanbesteden van het openbaar vervoer en vervolgens zijn transportdivisie afstoot?

Antwoord 5

Hierover kan ik op basis van het krantenbericht waaraan u refereert geen uitspraken doen.

Vraag 6

Deelt u de mening dat het openbaar vervoer primair een maatschappelijke functie heeft? Zo nee, wat is dan de functie van het openbaar vervoer? Zo ja, Deelt u de mening dat GVB en RET beter vorm kunnen geven aan deze maatschappelijke functie omdat zij jarenlang ingebed zijn in de maatschappij en hun diensten en expertise niet zomaar verkocht kunnen worden aan andere bedrijven?

Antwoord 6

Ik deel de mening dat het openbaar vervoer een maatschappelijke functie heeft. Deze blijkt onder meer uit de rol van het openbaar vervoer in de bereikbaarheid van de grote steden, waarvan grote aantallen reizigers in hun dagelijkse gang tussen huis en werk nut ondervinden. Voor de uitvoering van de maatschappelijke functie van het regionaal openbaar vervoer zijn de concessieverlenende overheden verantwoordelijk. Deze vertalen de maatschappelijke wensen ten aanzien van het openbaar vervoer in een programma van eisen. De vervoerbedrijven staan voor de opgave hieraan op efficiënte wijze invulling te geven. De opvatting dat RET en GVB beter invulling kunnen geven aan gestelde eisen dan private vervoerbedrijven, deel ik op voorhand niet. De evaluatie van de aanbestedingen van het stads- en streekvervoer in ons land laat onder meer zien dat marktpartijen erin slagen meer aanbod te bieden voor hetzelfde geld. Uw Kamer is over de uitkomsten van de evaluatie geïnformeerd.

Vraag 7

Vindt u het wenselijk als de transportdivisie van een bedrijf dat in Nederland concessiehouder is (bijvoorbeeld Veolia) in handen komt van een hedgefund? Wat kunnen de gevolgen hiervan zijn voor het personeel en de reizigers?

Antwoord 7

Zie het antwoord op vraag 3 en 5. Ik kan geen uitspraken doen over een situatie die nog onbekend is.


X Noot
1

Volkskrant, 7 december 2011.

Naar boven