Vragen van het lid Timmermans (PvdA) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de gratieverlening door de Surinaamse president Bouterse (ingezonden 30 december 2011).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 16 januari 2012).

Vraag 1

Heeft de Surinaamse president Bouterse gratie verleend aan Romano M., zijn stiefzoon, die tot 15 jaar celstraf is veroordeeld voor doodslaf, beroving en het gooien van een handgranaat naar de residentie van de Nederlandse ambassadeur?

Antwoord 1

De gratieverlening is door Suriname bevestigd.

Vraag 2 en 3

Deelt u de mening dat gratieverlening weliswaar een bevoegdheid is van de president en een Surinaamse binnenlandse aangelegenheid, maar dat de Nederlandse staat, als door Romano M. benadeelde partij, wel degelijk een direct belang heeft bij deze zaak?

Zo ja, bent u bereid in duidelijke termen deze gratieverlening te veroordelen en te insisteren op volledige strafuitvoering en dit rechtstreeks aan de Surinaamse autoriteiten mede te delen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2 en 3

President Bouterse geeft met deze gratieverlening aan zijn stiefzoon een verkeerd signaal. De beoordeling van dit besluit is primair aan de Surinaamse samenleving, het Surinaamse parlement en andere Surinaamse autoriteiten.

Naar boven