Vragen van de leden Thieme en Ouwehand ( beiden Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris
van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over het mogelijk versoepelen van de
regelingen om honden als trekdier in te kunnen zetten (ingezonden 1 december 2011).
Antwoord van staatssecretaris Bleker (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) (ontvangen
19 december 2011).
Vraag 1, 2, 3, 4, 7
Is het waar dat het u werkt aan een nieuwe regeling voor de ontheffingen op het verbod
om een hond als trekkracht te gebruiken?
Zo ja, wat is de reden dat u een nieuw protocol wil opstellen?
Is het waar dat met de invoering van het nieuwe protocol het gemakkelijker wordt om
honden als trekdier in te kunnen zetten? Zo ja, hoe verhoudt zich dat tot art. 36
van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren1 dat stelt dat het verboden is om zonder redelijk doel of met overschrijding van het
geen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar is, bij een dier pijn of letsel te
veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van een dier te benadelen? Zo nee,
wat denkt u dan met dit nieuwe protocol te bereiken?
Deelt u de mening dat ontheffingen op wettelijke verboden ongewenst zijn en tot het
minimum beperkt moeten worden? Zo ja, waarom wenst u dan meer ontheffingen te gaan
verlenen? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid deze vragen te beantwoorden vóór het algemeen overleg Dierhouderij op
14 december a.s?
Antwoord 1, 2, 3, 4, 7
Ten behoeve van de sledehondensport is krachtens art. 107 van de Gezondheids en welzijnswet
voor dieren (GWWD) vrijstelling verleend van het verbod om honden als trekkracht te
gebruiken. In de Vrijstellingsregeling dierenwelzijn zijn de vijf hondenrassen aangewezen
waarop de vrijstelling van toepassing is.
De rassen zijn: Alaskan Malamute, Eskimohond, Groenlandse hond, Samojeed en Siberian husky. Eigenaren van andere hondenrassen waarmee men sledehondensport
of andere vormen van trekkracht door honden wil beoefenen, kunnen op basis van artikel
107 van de GWWD een verzoek tot ontheffing van het verbod op trekkracht indienen bij
het ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie.
Momenteel wordt gewerkt aan het formaliseren van de procedure waarmee de verzoeken
tot ontheffing van het verbod op trekkracht beoordeeld worden. Dit in verband met
het streven naar uniformiteit en transparantie in de besluitvorming bij het al dan
niet verlenen van ontheffingen. Er is dus geenszins sprake van een beleidswijziging
ten aanzien van het verlenen van een ontheffing. Bij de beoordeling zal artikel 36
van de GWWD, net zoals dat nu ook gebruikelijk is, uitgangspunt blijven.
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat aan een ontheffing de voorwaarde wordt verbonden dat alle honden
jaarlijks, vóór aanvang van het seizoen, röntgenologisch worden onderzocht door een
gespecialiseerde instantie, waarbij de Nederlandse normen worden gehanteerd, om te
kunnen waarborgen dat niet alleen honden zonder afwijkingen beginnen aan het trekken
van een kar, maar alle honden die een kar trekken gezond zijn en dat een hond enkel
bij een negatieve uitkomst van de beoordeling op één van de afwijkingen, gedurende
één jaar trekkracht mag verrichten?
Antwoord 5
Zoals ik al aangaf, wordt er gewerkt aan het formaliseren van de procedure waarmee
de verzoeken tot ontheffing van het verbod op trekkracht beoordeeld worden. Een vast
onderdeel hiervan is dat er door de dierenarts een verklaring omtrent gezondheid en
welzijn dient te worden opgemaakt. Dat wordt ook nu al als eis gesteld.
Vraag 6
Bent u bereid de Kamer over de nieuwe regeling te informeren en deze te bespreken,
voordat deze van kracht wordt? Zo ja, wanneer kan de Kamer het bericht hierover verwachten?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Ik zie geen aanleiding om u dit te sturen want het is bestaande regelgeving.
X Noot
1In de Gezondheid- en welzijnswet voor dieren is onder meer het volgende bepaald:
«Artikel 36
1. Het is verboden om zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking
van zodanig doel toelaatbaar is, bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel
de gezondheid of het welzijn van een dier te benadelen.
2. Tot de in het eerste lid verboden gedragingen worden in ieder geval gerekend:
(...)
d. een hond als trekkracht gebruiken