Vragen van het lid Berndsen (D66) aan de staatssecretaris van de Veiligheid en Justitie over afluisteren van advocaten en cliënten (ingezonden 24 november 2011).

Mededeling van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 23 december 2011).

Vraag 1

Herinnert u zich nog de vragen over opnameapparatuur in gespreksruimtes?1

Vraag 2

Heeft u kennisgenomen van het artikel «De nor houdt de oortjes open» in de Pers van 23 november?2

Vraag 3

Weet u dat de Nederlandse Orde van Advocaten geen genoegen neemt met het voorstel van de Dienst Justitiële Inrichtingen om in het vervolg altijd duidelijk aan de advocaat te maken of er opnameapparatuur in een spreekkamer aanwezig is? Wat is uw reactie hierop?

Vraag 4

Deelt u de mening dat zolang er afluisterapparatuur aanwezig is in een gespreksruimte het recht op een vertrouwelijk gesprek met een advocaat niet gegarandeerd kan worden; waardoor het recht op een eerlijk proces (artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens) in het geding komt?

Vraag 5

Kunt u de motivering dat het vanwege organisatorische en logistieke redenen niet mogelijk is om in elke penitentiaire inrichting spreekkamers in te richten zonder afluisterapparatuur nader toelichten? Om hoeveel instanties gaat het dan?

Vraag 6

Weet u dat de Nederlandse Vereniging voor Strafrechtadvocaten een kort geding willen starten tegen de Staat? Wat is uw reactie hierop? Hoe schat u de kansen in?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Berndsen (D66) van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over afluisteren van advocaten en cliënten (ingezonden 24 november 2011) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven