Vragen van het lid Gerbrands (PVV) aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat er zeer hoge risico’s bij thuiszorgorganisatie Parnassus zijn geconstateerd (ingezonden 12 december 2011).

Antwoord van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 27 december 2011).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Zeer hoge risico's bij thuiszorgorganisatie»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Betreft het hier één locatie van de organisatie of de gehele organisatie?

Antwoord 2

Parnassus werkt vanuit één locatie.

Vraag 3

Zijn er patiënten die schade hebben ondervonden of nog ondervinden van het ongeoorloofd veranderen van medicatie door medewerkers zonder hiervoor een arts te raadplegen?

Antwoord 3

Het is mij niet bekend of er bij de betreffende thuiszorginstelling cliënten schade hebben ondervonden als gevolg van ongeoorloofd veranderen van medicatie door medewerkers, zonder hiervoor een arts te hebben geraadpleegd. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (verder: inspectie) heeft geen meldingen ontvangen over schade bij patiënten als gevolg van het veranderen van de medicatie zonder het raadplegen van een arts. De inspectie heeft wel een melding ontvangen over het onjuist gebruik van medicatie en het niet houden aan een richtlijn bij Parnassus. In deze gevallen is geen sprake geweest van schade voor de patiënt, wel van onverantwoorde zorg.

Vraag 4

Kunt u verklaren waarom bijscholing dan wel voldoende scholing ontbreekt bij Parnassus en komt dit probleem ook bij andere thuiszorgorganisaties voor?

Antwoord 4

Het ontbrak bij Parnassus aan een scholingsplan en scholingsbeleid. Het aanbod van scholing aan medewerkers is een verantwoordelijkheid van de organisatie zelf. De inspectie heeft geconstateerd dat het huidige aanbod onvoldoende is. Dit probleem komt ook bij andere thuiszorgorganisaties voor, zo blijkt uit het rapport «Medicatieveiligheid voor kwetsbare groepen in de langdurige zorg en zorg thuis onvoldoende» van de inspectie, d.d. september 2010.

Vraag 5

Deelt u de mening, dat dit geen probleem van de afgelopen periode is?

Antwoord 5

Ik ben het met u eens dat dit probleem al langer bestaat. Dit blijkt ook uit het rapport dat ik noemde in het antwoord op vraag 4. In het follow-up rapport van september 2011 constateerde de inspectie dat veel verbetering zichtbaar is in de sector «zorg thuis».

Vraag 6

Deelt u de mening dat de onregelmatigheden bij Parnassus eerder door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) opgemerkt hadden moeten worden? zo neen, waarom niet?

Antwoord 6

Neen. De inspectie houdt binnen de beschikbare middelen toezicht op de risico’s omtrent medicatieveiligheid. De inspectie besteedt sinds 2009 meer aandacht aan dit specifieke risico door onder meer een thematisch toezicht. Dit heeft geleid tot het genoemde rapport uit 2010 en de follow-up daarvan in 2011. Daarnaast betrekt de inspectie dit risico expliciet bij het bepalen van inspectiebezoeken. Ten slotte maakt de inspectie gebruik van meldingen voor haar toezicht. In deze casus heeft de inspectie gehandeld naar aanleiding van de eerder genoemde melding over medicatieveiligheid. De inspectie heeft bij deze melding direct besloten om de medicatieveiligheid bij Parnassus te toetsen.

Vraag 7

Deelt u de mening dat de werkwijze van Parnassus, gezien het IGZ-onderzoek, onverantwoord is en per direct aangepast dient te worden om zo de veiligheid van patiënten te waarborgen?

Antwoord 7

Ja. Naar aanleiding van het inspectierapport zijn de instelling direct maatregelen opgelegd.

Vraag 8

Deelt u de mening, dat het huidige bestuur haar functie moet neerleggen gezien het feit dat het bestuur niets heeft ondernomen om de negatieve tendens te doorbreken en hiermee de veiligheid van patiënten langdurig in gevaar heeft gebracht? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 8

De bestuurder wordt conform het landelijk handhavingskader medicatieveiligheid in de gelegenheid gesteld om de risico’s op korte termijn te reduceren. De inspectie volgt dit nauwlettend. Indien dit tot onvoldoende resultaat leidt, worden andere handhavingsmaatregelen niet uitgesloten. Het is aan de Raad van Toezicht om te bepalen of bestuurders hun functie kunnen behouden of zouden moeten neerleggen.


X Noot
1

Telegraaf, 8 december 2011, «Zeer hoge risico's bij thuiszorgorganisatie».

Naar boven