Vragen van de leden Aptroot en Hennis-Plasschaert (beiden VVD) aan de ministers van Veiligheid en Justitie en van Infrastructuur en Milieu over het Europees Kaderbesluit wederzijdse erkenning op geldelijke sancties (ingezonden 17 december 2010).

Mededeling van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 7 januari 2011).

Vraag 1

Kent u het bericht «Einde aan buitenlands boeteleed»?1

Vraag 2

Is het waar dat (zoals beschreven in bovengenoemd bericht) een verbalisering in Frankrijk simpel via het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) kan worden geïnd?

Vraag 3

Is het waar dat de Franse gendarme zie derhalve kan volstaan met het uitreiken van een boetebeschikking of dagvaarding?

Vraag 4

Is het waar dat, indien de Nederlandse chauffeur weigert te betalen, hij of zij in Nederland kan worden aangepakt op grond van het Europees Kaderbesluit wederzijdse erkenning op geldelijke sancties?

Vraag 5

Is het waar dat rij- en rusttijdovertredingen via het Europees kaderbesluit overal kunnen worden geïnd? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Deelt u de mening dat de welbekende exorbitante boetes die in andere EU-lidstaten langs de weg betaald dienen te worden hiermee tot het verleden moeten behoren? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Bent u bereid in dezen contact te zoeken met Eurocommissarissen Kallas en Reding? Zo nee, waarom niet?

Mededeling

Hierbij bericht ik u, mede namens de minister van Infrastructuur en Milieu, dat de schriftelijke vragen van de leden Aptroot en Hennis-Plasschaert (beiden VVD) over het Europees Kaderbesluit wederzijdse erkenning op geldelijke sancties (ingezonden 17 december 2010) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


XNoot
1

www.vallenduuk.nl/nieuws/450

Naar boven