Vragen van de leden
van Nieuwenhuizen
en
Lodders
(beiden VVD) aan de ministers van Verkeer en Waterstaat en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de hinder die luchthaven
Schiphol ondervindt van ganzen (ingezonden 30 augustus 2010).
Antwoord van minister
Eurlings
(Verkeer en Waterstaat) (ontvangen 30 september 2010).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Piloten Vrezen Ganzen»?1
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat er een verdubbeling van het aantal incidenten heeft plaatsgevonden? Kunt u een overzicht geven van het
aantal incidenten per jaar in de afgelopen 5 jaar?
Antwoord 2
In de afgelopen 5 jaar zijn er op Schiphol 6 aanvaringen tussen ganzen en een vliegtuig geweest. Dit jaar zijn er in totaal
tot op heden 2 aanvaringen met ganzen geweest.
In 2009 waren er per 10 000 vliegbewegingen gemiddeld 7,1 vogelaanvaringen. De meeste aanvaringen zijn met zangvogels, duiven,
roofvogels, uilen en meeuwen. Ongeveer 1,2% van alle vogelaanvaringen is met ganzen.
Tot enkele jaren geleden had Schiphol relatief weinig last van ganzen;
in de afgelopen jaren is er echter sprake geweest van een sterke toename van het aantal ganzen rond Schiphol. Ganzen vormen
vanwege hun formaat, gewicht en vlieggedrag een relatief groot risico. Dit gegeven en de toename van het aantal ganzen rondom
Schiphol beïnvloeden de veiligheid van het luchtverkeer negatief.
Vraag 3
Deelt u de zorg over de veiligheid en kunt u aangeven of de preventieve maatregelen, zoals die nu genomen worden, afdoende
zijn?
Antwoord 3
Ja, ik deel die zorg. De preventieve maatregelen die genomen worden zijn alle nodig. Om de kans op vogelaanvaringen (met ganzen)
terug te dringen buigt de Nederlandse Regiegroep Vogelaanvaringen zich over additionele maatregelen, met name buiten het luchthaventerrein.
Voor meer informatie over de preventieve maatregelen verwijs ik ook naar de beantwoording van de recente kamervragen van mevrouw
Thieme (PvdD), ingezonden op 9 juni 2010 (kenmerk: 2010Z09229).
Vraag 4
Kunt u aangeven hoe de provincie Noord-Holland omgaat met het ganzenbeheerbeleid?
Antwoord 4
Met het van kracht worden van de Flora- en faunawet in 2002 zijn de provincies het bevoegd gezag voor faunabeheer. De doelstelling
van deze wet is de bescherming en het behoud van in het wild levende planten- en diersoorten. Activiteiten met een schadelijk
effect op beschermde soorten zijn in principe verboden. Van het verbod op schadelijke handelingen («nee») kan onder voorwaarden
(«tenzij») worden afgeweken. Zo kan de Provincie Noord-Holland bijvoorbeeld ontheffing verlenen om ganzen te verjagen of te
doden in het belang van de veiligheid van het luchtverkeer op basis van een aanvraag van Schiphol. De uitvoering van het beheer
ligt bij de grondgebruikers zelf.
Door de Provincie Noord-Holland, Schiphol, de gemeente Haarlemmermeer, de terreinbeherende organisaties en de verschillende
betrokken wildbeheereenheden zijn afspraken gemaakt om de overlast van ganzen op en rondom Schiphol te beperken.
Concrete maatregelen zijn, of kunnen zijn:
• het onaantrekkelijk maken van het gebied voor ganzen door aangepaste teelt en landbouwmethodes. Hiervoor zijn afspraken gemaakt
met boeren en er wordt gewerkt aan een compensatieregeling voor de veranderde teeltmethode. Er is in augustus gestart met
een pilot voor 40 ha, om de graanstoppels direct na de oogst om te ploegen om zo het gebied onaantrekkelijker te maken voor
de ganzen;
• het toepassen van werende maatregelen, zoals verjaging, valkeniers, gaskanonnen, etc. Hierover zijn eveneens afspraken met
boeren gemaakt. Verder heeft Schiphol een eigen vogelwachtersgroep;
• het toestaan van het verstoren van ganzen en het behandelen van nesten middels een provinciebrede algemene vrijstellingsverordening;
• op basis van door de provincie afgegeven ontheffingen en aanwijzingen (40 stuks) is afschot van ganzen in een zone van 10
km op en rondom Schiphol toegestaan. De straal waar binnen dat gebeurt, is in 2008 vergroot (van 6 km naar 10 km). Vanwege
de vliegveiligheid zijn de voorwaarden van de 40 ontheffingen voor de 10 km zone rondom Schiphol ruimer dan in de rest van
de Provincie Noord-Holland. Ganzen mogen daar bijvoorbeeld al vanaf één uur voor zonsopkomst en tot één uur na zonsondergang
afgeschoten worden. Verder is ook het gebruik van lokmiddelen toegestaan;
• daarnaast vindt continue monitoring plaats van de maatregelen, populatieontwikkeling en vliegbewegingen.
De uitvoering van het beheer wordt in het zogeheten Schipholoverleg (een uitvoeringsoverleg waarin de ontheffingen en aanvragen
worden besproken en de uitvoering ervan zoveel mogelijk wordt afgestemd)
gecoördineerd. Dit najaar wordt het hele pakket aan maatregelen geëvalueerd.
Vraag 5
Bent u bereid de provincie Noord-Holland aan te sporen het ganzenbeheerbeleid aan te scherpen?
Antwoord 5
De toenemende (landbouw)schade en overlast die de overzomerende ganzenpopulaties in Nederland met zich meebrengen, is ook
voor de provincie Noord-Holland een belangrijk punt van aandacht. Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en de provincie
Noord-Holland zijn vertegenwoordigd in de Nederlandse Regiegroep Vogelaanvaringen. Een eventuele aanscherping van het (landelijk)
beleid ten aanzien van ganzen zal in deze Regiegroep worden besproken
XNoot
1 Telegraaf, 25 augustus 2010