Vragen van de leden Jacobi en Hamer (beiden PvdA) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de voorgenomen ontslagen bij De Vries Kozijnen in Gorredijk. (ingezonden 3 december 2010).

Antwoord van minister Kamp (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 7 januari 2011).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Eindbod De Vries Kozijnen onacceptabel»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Wat is uw opvatting over de wijze waarop dit bedrijf reorganiseert en het personeelsbestand verkleint?

Is hier sprake van een overtreding van de Wet Melding Collectief Ontslag (WMCO)? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wordt er ingegrepen?

Antwoord 2 en 3

De rechter heeft over de ontvankelijkheid van verzoeken om ontbinding op 6 december 2010 uitspraak gedaan (LJ BO6458). Daaruit blijkt het volgende. De voorgenomen reorganisatie is op 1 november 2010 voor advies voorgelegd aan de Centrale Ondernemingsraad (COR). Op 4 november 2010 heeft de werkgever een melding in het kader van de Wet melding Collectief ontslag (WMCO) gedaan bij het UWV Werkbedrijf Friesland en vervolgens op 5 november 2010 ontbindingsverzoeken ingediend bij de kantonrechter voor de werknemers die als gevolg van de reorganisatie hun baan zouden verliezen. Bij brief van 9 november heeft het UWV Werkbedrijf laten weten dat de melding voldoet aan de vereisten die gelden op grond van de WMCO. Hoewel de rechter tot het oordeel komt dat de werkgever de vakbonden en de ondernemingsraad niet tijdig heeft betrokken bij de voorgenomen reorganisatie, is hij van mening dat de ontslagverzoeken niet om die reden geweigerd moeten worden. Dat overleg heeft namelijk inmiddels wel plaatsgevonden waaruit gebleken is dat de COR de noodzaak voor de reorganisatie onderschrijft. Wat resteerde was een geschil tussen de werkgever en de vakbonden over het sociaal plan. In zijn uitspraak geeft de rechter zowel de werkgever als de vakbonden dringend in overweging om hun onderhandelingen over een sociaal plan voort te zetten. Dat is ook gebeurd, wat erin heeft geresulteerd dat alsnog een sociaal plan is overeengekomen.

Vraag 4

Deelt u de mening dat zaken als deze aantonen dat de, eerder door de regering verwoorde opvatting, dat voorkoming van ontslagzwendel slechts in de handen van werknemer en werkgever ligt, volkomen onhoudbaar is en te kort schiet om de belangen van werknemers veilig te stellen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Ik deel die mening niet. Uit de beantwoording van vraag 2 en 3 blijkt dat er van zwendel geen sprake is en de belangen van werknemers voldoende zijn gewaarborgd.


XNoot
1

FNV Bouw.nl, 26 november 2010.

Naar boven