Vragen van de leden Hennis-Plasschaert en Van Nieuwenhuizen (beiden VVD) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Veiligheid en Justitie over de jihadwebsite Ansar Al Mujahideen (ingezonden 10 december 2010).

Antwoord van minister Donner (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens de minister van Veiligheid en Justitie (ontvangen 6 januari 2011).

Vraag 1

Kent u het bericht «jihadwebsite in de lucht gehouden door Nederlandse moslimextremisten»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 t/m 5, 7 en 8

Is het waar dat Nederlandse moslimextremisten de website niet alleen vullen met Engelse en Nederlandse haatteksten maar hiervoor ook de computerservers in Amsterdam gebruiken?

Is het waar dat de Nederlandse moslimextremisten achter Al Ansar eerder de drijvende krachten waren achter de verdwenen Nederlandse extremistische website Thabaat?

Is het waar dat de Nederlandse moslimextremisten achter Al Ansar vroeger nauwe banden hadden met de Hofstadgroep?

Is het waar dat de website niet alleen wordt gefaciliteerd door Nederlanders maar ook wordt gefinancierd vanuit Nederland?

Is het waar dat op de jihadwebsite reclame wordt gemaakt voor een nieuwe Nederlandse jihadwebsite «discoverjihaad.wordpress.com» alwaar de gewapende strijd wordt verheerlijkt?

Is het waar dat er op 1 december jl. een bericht is verschenen waarin Westerse moslims worden opgeroepen zich te wapenen met kalashnikovs, handgranaten en dragunovs, en met (ondermeer) de tekst: «De nieuwe generatie van jihaad is dorstig, wij willen bloed drinken. De beste verdediging is om de eerste te zijn die aanvalt»?

Antwoord 2 t/m 5, 7 en 8

In zijn algemeenheid is het zo dat jihadistische organisaties internet gebruiken om intensieve propaganda te voeren, speciaal gericht op de belevingswereld van jonge moslims in westerse landen. Boodschappen worden dikwijls in westerse talen verspreid om het bereik groter te maken. Daarnaast is internet een middel voor rekrutering.

Ik beschik niet over informatie waaruit blijkt dat internationale jihadistische websites in toenemende mate vanuit Nederland opereren, of dat er in toenemende mate sprake is van betrokkenheid van personen uit Nederland. Over het algemeen is het Nederlandse aandeel in dergelijke internationale sites relatief beperkt. De verschillende relevante diensten hebben uiteraard wel aandacht voor het gebruik van internet door jihadistische organisaties, gezien de potentiële dreiging of opruiende werking die hiervan kan uitgaan.

In het openbaar kan ik geen uitspraken doen over de betrokkenheid van Nederlanders of details van andere aard in relatie tot de specifieke websites waar in de berichtgeving aan wordt gerefereerd. Ik zal in de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten van uw Kamer hierover een nadere toelichting geven.

Vraag 6

Is het waar dat inlichtingendiensten in teksten van de drie laatste uitgaven van het jihadmagazine «Inspire» aanwijzingen zien dat Nederlanders medeverantwoordelijk zijn voor de samenstelling van «Inspire»?

Antwoord 6

Ik beschik niet over aanwijzingen dat Nederlanders medeverantwoordelijk zouden zijn voor de samenstelling van «Inspire».

Vraag 9 en 10

Deelt u de mening dat dit, indien de berichtgeving waar is, volstrekt onacceptabel is?

Bent u bereid per direct actie te ondernemen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen bent u voornemens te nemen? Wanneer? Bent u bereid de Kamer hierover tot in detail te informeren (al dan niet op vertrouwelijke basis)?

Antwoord 9 en 10

Zowel de website Ansar Al Mujahideen als de website discoverjihaad.wordpress.com zijn korte tijd actief geweest. Dat is thans niet meer het geval.


XNoot
1

De Telegraaf, 9 december 2010.

Naar boven