Vragen van het lid Van Bochove (CDA) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het 55+ complex De Prinsenhof te Rotterdam (ingezonden 2 december 2010).

Antwoord van minister Donner (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 5 januari 2011).

Vraag 1

Bent u bekend met het 55+ complex De Prinsenhof, Dordtsestraatweg te Rotterdam?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Weet u wie de eigenaar is van dit complex?

Antwoord 2

Ja, dat is Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam (SOR), een woningcorporatie.

Vraag 3

Is het waar dat de eigenaar dit complex wil verkopen?

Antwoord 3

Ja.

Vraag 4

Is het waar dat het hier gaat om een «kwetsbare» groep bewoners, namelijk ouderen?

Antwoord 4

De bewoners van de Prinsenhof zijn senioren (55+ ers).

Vraag 5

Houdt de eigenaar naar uw opvatting voldoende rekening met opvattingen van het huurdersplatform en de bewonersorganisatie?

Antwoord 5

Ja, de verhuurder heeft overleg met bewoners en vertegenwoordigers ervan. Aan de bewoners is aangeboden om te verhuizen naar andere complexen. Wanneer men daarop niet wenst in te gaan, kan men er gewoon blijven wonen. Dit zal met de koper worden vastgelegd. Wel zal een aantal specifieke (bijvoorbeeld zorg)voorzieningen niet langer worden gecontinueerd. Dat betekent wellicht dat in dat geval bewoners die elders, buiten het complex, moeten zoeken.

Vraag 6

Is het waar dat u toestemming moet geven voor de verkoop van dit complex?

Antwoord 6

Dat hangt er van af. In geval van verkoop aan een andere woningcorporatie behoeft de verkoop geen toestemming van de minister BZK, zoals weergegeven in art 11.d van het BBSH. Bij verkoop aan een marktpartij is wel vooraf toestemming nodig van de minister van BZK. Tot op heden is geen schriftelijk verzoek aan mij voorgelegd.

Vraag 7

Bent u, indien u toestemming moet geven, bereid deze niet te verlenen door rekening te houden met de opvatting van de bewoners (mede gezien hun kwetsbaarheid), de bewonersorganisatie en het huurdersplatform?

Antwoord 7

Bij de afweging of ik wel of geen toestemming geef voor de verkoop zullen de belangen van de huurders worden meegewogen.

Vraag 8

Mocht toch tot verkoop moeten worden besloten, wilt u de Kamer hierover gemotiveerd informeren en bent u dan bij het verlenen van toestemming bereid te bevorderen dat rekening wordt gehouden met de positie van de huurders?

Antwoord 8

Ja, wanneer de verkoop aan mij wordt voorgelegd zal ik de Kamer over mijn beslissing informeren. Voor het overige verwijs ik naar het voorgaande.

Naar boven