Vragen van het lid Recourt (PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over bestrijding van cybercrime (ingezonden 4 november 2010).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 16 december 2010) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 627.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Politie weet weinig van internetcrimineel»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 4 en 7

Herkent u het beeld dat geschetst wordt in het artikel dat politie te weinig kennis heeft van internetcriminaliteit? Zo nee, waarom niet?

Wat moet er gebeuren om de kennis bij de politie op het gebied van de bestrijding van cybercrime te vergroten?

Hoe is de kennis ten aanzien van cybercrime en de aanpak daarvan bij de politiekorpsen geborgd?

Antwoord 2, 4 en 7

Ik herken dit beeld slechts gedeeltelijk. Ik verwijs u hieromtrent naar het antwoord op vraag 7 van het lid Recourt van uw Kamer (Kamervragen 2010Z15331, ingezonden 27 oktober 2010) en voeg daaraan toe dat het verbeteren van de intake van cybercrimezaken onderdeel is van het Programma Aanpak Cybercrime van de politie.

Vraag 3

Is de geschetste kennis van de politie over internetcriminaliteit bij de zes politiekorpsen tekenend voor de kennis van de politie op dit punt bij alle politiekorpsen?

Antwoord 3

Het onderzoek waaraan in het Algemeen Dagblad (1 november 2010) gerefereerd wordt, is verricht in het kader van het Programma Aanpak Cybercrime van de politie. Het doel was inzicht te verkrijgen in de manier waarop de politie omgaat met het werkaanbod aan cybercrimezaken. Binnen dit programma bestaat in zijn algemeenheid goed inzicht in de ontwikkelingen binnen de politie. Op basis daarvan verwacht ik dat de uitkomsten van dit onderzoek grotendeels ook gelden voor de andere politiekorpsen. Verder verwijs ik naar mijn antwoord op vragen 2, 4 en 7.

Vraag 5

Wordt de bestrijding van cybercrime in de regel regionaal of landelijk opgespoord? Welke zaken worden regionaal opgespoord en welke landelijk?

Antwoord 5

Op landelijk (en internationaal) niveau is het team High Tech Crime van het KLPD verantwoordelijk voor de aanpak van de zwaardere vormen van cybercrime, zoals het bestrijden van botnets. De bovenregionale rechercheteams (BRT’s) en de regionale korpsen zijn verantwoordelijk voor de aanpak van overige vormen van cybercrime.

Vraag 6

Hoeveel zaken zijn het afgelopen jaar niet door het landelijk team opgespoord? In hoeveel zaken heeft dit geleid tot vervolging en in hoeveel zaken heeft dit geleid tot een veroordeling?

Antwoord 6

In antwoord op vragen van het lid Gesthuizen van uw Kamer (Kamerstukken II, 2010–2011, Aanhangsel Handelingen 158) heeft de toenmalige Minister van Justitie aangegeven dat cybercrime een veelomvattend begrip is. Om die reden wordt cybercrime niet als apart fenomeen geregistreerd in de systemen van de politie en het Openbaar Ministerie. Ik kan de gevraagde cijfers daarom niet verstrekken.


XNoot
1

Algemeen Dagblad, 1 november 2010.

Naar boven