Vragen van de leden
Kuiken
en
Recourt
(beiden PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de toegankelijkheid van privacygevoelige informatie voor derden,
waaronder particuliere recherchebureaus (ingezonden 2 november 2010).
Antwoord van staatssecretaris
Teeven
(Veiligheid en Justitie) (ontvangen 16 december 2010) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 537.
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het gemak waarmee privacygevoelige informatie bij bedrijven en instanties kan worden vergaard, zoals
getoond in de uitzending van de VPRO?1
Antwoord 1
Ik heb kennisgenomen van deze uitzending, waarin wordt getoond hoe een particulier onder valse voorwendselen telefonisch en
op eenvoudige wijze privacygevoelige informatie aan bedrijven en instanties ontfutselt (het zg. pretexting). Daarnaast worden
diverse technische methoden en software getoond waarmee privacygevoelige informatie kan worden onderschept. De wijze waarop
dit geschiedt, lijkt relatief makkelijk, maar vereist specialistische kennis.
Vraag 2
In hoeverre schat u in dat dezelfde mogelijkheden bestaan en met succes gebruikt worden bij het vergaren van privacygevoelige
informatie door overheidsinstanties? Welke maatregelen neemt de overheid om dit gevaar weg te nemen?
Antwoord 2
In beginsel kan iedereen met kwade bedoelingen de methodes gebruiken die in de uitzending worden getoond. Als ambtenaren gebruik
maken van de bedoelde methoden als in antwoord 1 bedoeld, dan maken zij zich schuldig aan strafbare feiten en kan strafvervolging
worden ingesteld. Zie verder het antwoord op vraag 4.
Vraag 3
Bent u het eens met de stelling, zoals geopperd in de VPRO-uitzending, dat de regels voor het vergaren van privacygevoelige
informatie voor particulieren minder strikt zijn dan voor politie en justitie? Zo ja, acht u dit wenselijk? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 3
Er is een wezenlijk verschil tussen de bevoegdheden van politie en justitie enerzijds en particulieren – in welke hoedanigheid
dan ook – anderzijds. Inbreuken op grondrechten (zoals het recht op privacy) door de overheid, kunnen alleen plaatsvinden,
indien dat handelen wettelijk is gelegitimeerd. Dat betekent dat bijvoorbeeld politie en justitie bij het gebruikmaken van
strafvorderlijke bevoegdheden en het vergaren van gegevens zijn gebonden aan de regels uit het Wetboek van Strafvordering.
Particulieren oefenen geen overheidsmacht uit en worden derhalve niet beperkt door het Wetboek van Strafvordering. Zij zijn
wel aan andere regelgeving gebonden, zoals het Wetboek van Strafrecht. Daarin zijn onder meer strafbepalingen opgenomen die
zien op het op onrechtmatige wijze vergaren van (privacygevoelige) gegevens. Bij overtreding daarvan kan strafvervolging worden
ingesteld.
Bij het vergaren van persoonsgegevens dienen particulieren zich voorts te houden aan de daarvoor geldende regels uit de Wet
bescherming persoonsgegevens (Wbp). Deze wet richt zich tot een ieder die persoonsgegevens verwerkt. De regelgeving voor particulieren
is in die zin niet minder strikt.
Vraag 4
Bent u op de hoogte van overheidsinstanties die op de wijze zoals geschetst in bovengenoemde uitzending opdrachten verlenen
aan werkende recherchebureaus? Zo ja, acht u dit rechtmatig?
Vraag 5
Ziet u mogelijkheden om voorlichtingsactiviteiten te ontplooien teneinde de private en publieke sector meer bewust te maken
van de praktijken zoals weergegeven in de bovengenoemde uitzending? Zo ja, hoe wil u daar uitvoer aan geven? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 5
Iedereen die in de publieke of private sector persoonsgegevens verwerkt, moet zich houden aan de Wet bescherming persoonsgegevens
(Wbp). Deze wet ziet ook op de verstrekking van persoonsgegevens. Het is dus primair de wettelijke taak van de bedrijven en
instanties zelf om zich daaraan te houden en hun medewerkers zodanig te instrueren dat de Wbp wordt nageleefd.
Dit neemt niet weg dat het College bescherming persoonsgegevens (CBP), als onafhankelijke toezichthouder, ervoor heeft gekozen
om de private en publieke sector meer bewust te maken van het belang van naleving van de wet door middel van zijn handhavingsactiviteiten.
Het CBP geeft voorlichting aan de hand van deze praktijk. Het CBP geeft voorts algemene voorlichting via zijn website. Daarnaast
biedt het CBP een aantal instrumenten die bedrijven en overheidsinstellingen kunnen helpen bij naleving van de wet, zoals
richtsnoeren en zienswijzen.
Overigens heeft de overheid in 2009 en 2010 een brede publiekscampagne Veilig Internetten gevoerd. Daarbij is het brede publiek
via radio, tv en internet gewaarschuwd om ook op internet voorzichtig te zijn met de eigen persoonsgegevens.
XNoot
1VPRO, «Thema over de wereld achter de camera’s, databanken en profielen», 27 oktober 2010.