Vragen van het lid Bashir (SP) aan de minister van Verkeer en Waterstaat over de problemen rondom de AIS-transponders (ingezonden 21 juni 2010).

Nader antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 16 december 2010) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009–2010, nr. 3138.

Vraag 1

Bent u bekend met de (privacy-)problemen rondom de Automatic Identification System (AIS)-transponders?1

Vraag 2

Is het waar dat u in 2006 een convenant hebt gesloten met de Nederlandse binnenvaart over het invoeren van AIS, waarin duidelijke afspraken zijn gemaakt over AIS en privacy? Kunt u uiteenzetten welke afspraken hierin zijn gemaakt?

Vraag 3

Bent u bereid om de tekst van het convenant mee te leveren met de antwoorden op deze vragen?

Vraag 4

Wat zijn de gemaakte afspraken met de Nederlandse binnenvaartsector over de kosten die verbonden zijn met het invoeren van het AIS systeem?

Vraag 5

Is het waar dat het AIS systeem voor meer doelen gebruikt gaat worden dan eerder afgesproken is met de Nederlandse binnenvaartsector? Welke doelen zijn dit precies en waarom is hiervoor gekozen?

Vraag 6

Kunt u nogmaals de garantie geven dat het gebruik van een AIS-transponder nooit verplicht gesteld zal worden? Bent u bereid te garanderen dat bijvoorbeeld de Rotterdamse haven nooit schepen zal gaan weren die geen gebruik maken van het AIS-systeem?

Vraag 7

Bent u bereid op te treden wanneer er waar dan ook in Nederland de AIS-transponders verplicht worden gesteld?

Vraag 8

Bent u bekend met de website van Marine Traffic3 waar alle schepen met een werkende AIS-transponder te volgen zijn? Deelt u de mening dat een dergelijke website een ernstige aantasting is van de privacy van (binnenvaart) schippers? Zo ja, welke mogelijkheden heeft u om handhavend op te treden tegen dit soort websites? Zo nee, waarom niet?

Vraag 9

In hoeverre deelt u de kritiek dat er sprake zou zijn van een «dubbele pet» van Rijkswaterstaat nu deze zowel verantwoordelijk is voor het bevorderen van vlot en veilig scheepvaartverkeer, alsmede de handhavende taak die de «Gele Politie» sinds begin dit jaar heeft? Is het waar dat ook medewerkers van Rijkswaterstaat aangeven dat er sprake is van een «spagaat», die veroorzaakt is door politieke keuzes? Bent u van plan om hier iets aan te gaan doen? Zo ja, wat dan precies, en op welke termijn?

Antwoord 1 t/m 9

Bij de beantwoording van vragen van het lid van uw Kamer, de heer Bashir, heeft de toemalige Minister van Verkeer en Waterstaat meegedeeld dat hij de toemalige Minister van Justitie zou verzoeken naar aanleiding van één van deze vragen het College bescherming persoonsgegevens om advies te vragen over de mogelijkheden tot handhavend optreden tegen mogelijke overtreding van de Wet bescherming persoonsgegevens door de beheerder van de website www.marinetraffic.com (Aanhangsel Handelingen II 2009/10, 3138).

Het College heeft mij desverzocht laten weten dat het niet te doen gebruikelijk is dat hij op voorhand inzicht geeft in en verantwoording aflegt over de te volgen handhavingsstrategie, namelijk of ten aanzien van een verantwoordelijke al dan niet een onderzoek zal worden gestart.

Overigens is naar het oordeel van het College zowel in de Scheepvaartverkeerswet als in het Besluit gegevens scheepvaart 2007 passende aandacht geschonken aan de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen Zo bepaalt artikel 11 van het Besluit gegevens scheepvaart 2007 dat de verwerking van locatiegegevens slechts is toegestaan als dat geanonimiseerd plaatsvindt, tenzij betrokkene (de schipper) voor de verwerking van deze gegevens toestemming heeft verleend als bedoeld in artikel 8, onderdeel a, van de Wet bescherming persoonsgegevens. Als echter in individuele gevallen geen toestemming is verleend en toch gegevens zijn verspreid, staat het betrokkenen vrij het College te verzoeken tot handhaving als bedoeld in de Wet bescherming persoonsgegevens over te gaan. De individuele schippers of de hen vertegenwoordigende belangenorganisaties kunnen derhalve een dergelijk handhavingsverzoek tot het College richten.

Voorts heb ik het openbaar ministerie om advies gevraagd over de mogelijkheid van vervolging op voet van artikel 441 van het Wetboek van Strafrecht (verbod tot het verspreiden van niet voor betrokkene bestemde radiosignalen). Het OM heeft mij als volgt bericht.

De vraag is of het om signalen gaat die niet (mede) voor de ontvanger zijn bestemd, en vervolgens of de ontvanger dat redelijkerwijs moest vermoeden. Dat vermoeden zal in het algemeen uit de omstandigheden kunnen worden afgeleid, bijvoorbeeld uit de inhoud van het bericht of uit de vermelding van een adres.

Het OM is van mening dat het in de onderhavige kwestie niet om vertrouwelijke radioberichten gaat, maar om algemeen ten behoeve van de regulering van de scheepvaart te ontsluiten informatie. Daarbij komt dat de informatie die door de AIS-transponders wordt verzonden, in overleg met de betrokken organisaties en met het oog op de bescherming van de privacy, reeds is beperkt tot de naam en de positie van het schip. Naar het oordeel van het OM is om deze redenen geen sprake van overtreding van artikel 441 van het Wetboek van Strafrecht.


XNoot
1

Schuttevaer, 2 juni 2010: «Bedenkelijke rol «Gele Politie»»

http://www.schuttevaer.nl/nieuws/actueel/nid13973-bedenkelijke-rol-gele-politie.html

Naar boven